In vier gevallen komt er een koppelteken tussen de woorden:
• als er verwarring ontstaat over de uitspraak:
auto + ongeluk = auto-ongeluk
zee + egel = zee-egel
• als het eerste deel een cijfer is:
25-jarige/ 65-plussers
65-plusser
• als het twee gelijkwaardige woorden zijn:
hotel-restaurant
zwart-wit
• als het eerste deel een afkorting is:
atv-dag
vut-regeling
• als het twee gelijkwaardige woorden zijn:
hotel-restaurant
zwart-wit
• als het eerste deel een afkorting is:
atv-dag
vut-regeling