1. Beginsituatie: evenwicht, Alles is min of meer ‘normaal’.
2. Conflict: Het evenwicht wordt verstoord door een gebeurtenis;
vaak dwingt deze het hoofdpersonage om uit zijn ‘comfortzone’ te komen.
3. Ontwikkeling: Het personage moet reageren, hij/zij komt in actie en
maakt een ontwikkeling door.
4. Eindsituatie: oplossing of nieuw evenwicht. Het conflict wordt opgelost
of er ontstaat een nieuw evenwicht (dat eventueel wel opnieuw
verstoord kan worden…)