What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
ein kein en het bezitteliijk vnw
ein - kein &
het bezittelijk voornaamwoord
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
ein - kein &
het bezittelijk voornaamwoord
Slide 1 - Slide
ich
ik
du
jij
er
hij
sie
zij (ev)
wir
wij
ihr
jullie
sie
zij (mv)
Sie
U
mein-
mijn
dein-
jouw
sein-
zijn
ihr-
haar
unser-
ons/onze
euer-
jullie
Ihr-
hun
Ihr-
Uw
Persoonlijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoorden
Slide 2 - Slide
mijn
jouw
zijn
haar
onze/ons
jullie
hun
uw
euer/eure
dein(e)
mein(e)
Ihr(e)
ihr(e)
ihr(e)
sein(e)
unser(e)
Slide 3 - Drag question
Bezittelijk voornaamwoord: wanneer komt er een extra "e" achter?
Slide 4 - Open question
der
die
das
mannelijke personen / dieren
zaaknamen die eindigen op -e
namen van dagen, maanden, jaargetijden en windrichtingen
vrouwelijke personen en dieren
woorden op -heit, -keit, -schaft, -ung, -ik, -ion, -tät
woorden die in het Nederlands "het-woorden" zijn
woorden die eindigen op -chen en -lein
Slide 5 - Drag question
der
die
das
Landschaft
Sonntag
Januar
Winter
Übung
Musik
Osten
Mädchen
Brot
Katze
Büchlein
Tiger
Slide 6 - Drag question
Sleep de juiste vervoeging in de zin.
Wo ist _______ (jouw) Glas?
Das ist __________ (een) Mutter.
Ich habe _______ (een) Hund.
Ich habe _______ (jouw) Suppe.
Ich habe _______ (geen) Bruder.
Ich habe _______ (geen) Kinder.
dein
deine
ein
eine
keine
kein
Slide 7 - Drag question
Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: uw
A
Ihr-
B
ihr-
C
dein
D
euer
Slide 8 - Quiz
Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: mijn
A
sein
B
ihr
C
mein
D
dein
Slide 9 - Quiz
Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: haar
A
unser
B
euer
C
ihr
D
sie
Slide 10 - Quiz
Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: zijn
A
dein-
B
ihr-
C
sein-
D
unser-
Slide 11 - Quiz
Das ist (mijn) __________ Stift(M).
A
mein
B
meine
Slide 12 - Quiz
Das ist (hun) __________ Insel(V).
A
ihr
B
ihre
Slide 13 - Quiz
Das ist (jouw) __________ Abenteuer(O).
A
dein
B
deine
Slide 14 - Quiz
Das sind (onze) __________ Noten(MV).
A
user
B
unsere
Slide 15 - Quiz
Das sind (jouw) __________ Brüder(MV).
A
dein
B
deine
Slide 16 - Quiz
Das ist (haar) __________ Kind (O).
A
ihr
B
ihre
Slide 17 - Quiz
Was ist (jouw) Name (m)?
A
sein
B
mein
C
dein
D
Ihr
Slide 18 - Quiz
(mijn) Hobby (o) ist Handball.
A
Meine
B
Mein
C
Deine
D
Dein
Slide 19 - Quiz
Das sind (onze) Eltern (mv).
A
meine
B
dein
C
ihr
D
unsere
Slide 20 - Quiz
(jullie) Auto (o) ist sehr schön.
A
unser
B
euere
C
unsere
D
euer
Slide 21 - Quiz
(onze) Klassenlehrer (m) heißt Meier.
A
Ihr
B
Ihre
C
Unser
D
Euere
Slide 22 - Quiz
Maaike ist (haar) Freundin (v).
A
meine
B
ihr
C
ihre
D
euere
Slide 23 - Quiz
(uw) Handy (o) klingelt, Frau Schmidt!
A
Dein
B
Ihr
C
Sein
D
Unser
Slide 24 - Quiz
Das ist (mijn) Fahrrad (o).
A
meine
B
deine
C
mein
D
sein
Slide 25 - Quiz
Das ist ........................ (mijn)Geburtstagsgeschenk
A
meine
B
deine
C
mein
D
sein
Slide 26 - Quiz
Hoe ver ben ik met het bezittelijk voornaamwoord?
A
Ik snap alles.
B
Ik snap het een beetje.
C
Ik snap het niet.
Slide 27 - Quiz
Ende
Slide 28 - Slide
More lessons like this
ein kein en het bezitteliijk vnw
October 2024
- Lesson with
33 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
MYP Y2 Unit 4 (Grammatik)
May 2024
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Oefentoets - hoofdstuk 5
March 2022
- Lesson with
41 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2T Kapitel 5 - LessonUp Checkout
March 2022
- Lesson with
36 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Blok 4
May 2023
- Lesson with
42 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
ein/eine, bezittelijk voornaamwoord
June 2022
- Lesson with
29 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Bezittelijk naamwoord / Possesivpronom
June 2022
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Klas 2BK2 Lesweek 31- Les 1
April 2024
- Lesson with
50 slides
Duits
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2