16-05 TH2 Kapitel 6 & 7 - Zusammenfassung [Neue Kontakte, klas 2]

Kapitel 6 & 7 - Zusammenfassung 
[Neue Kontakte, klas 2]
1 / 27
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Kapitel 6 & 7 - Zusammenfassung 
[Neue Kontakte, klas 2]

Slide 1 - Slide

Grammatik
Kapitel 6

werkwoorden vervoegen, stam op -d/-t

Slide 2 - Slide

(fotografieren) Ich .... gern.

Slide 3 - Open question

(bedeuten) Was .... dieses Wort?

Slide 4 - Open question

(kosten) Wie viel .... diese Gitarre?

Slide 5 - Open question

(warten) Wie lange .... ihr schon?

Slide 6 - Open question

(schneiden) .... du bitte das Bild aus?

Slide 7 - Open question

(denken) Wie oft .... du an deine Freundin?

Slide 8 - Open question

(arbeiten) .... deine Mutter auch am Wochenende?

Slide 9 - Open question

(hören) Meine Schwestern .... den ganzen Tag Musik.

Slide 10 - Open question

(spielen) Wir .... jeden Mittwoch.

Slide 11 - Open question

Vertaal en vul de juiste vorm in.

[paardrijden] Wie oft ... du?

Slide 12 - Open question

Vertaal en vul de juiste vorm in.

[zwemmen] Was ... dort?

Slide 13 - Open question

Vertaal en vul de juiste vorm in.

[vinden] Wie ... du die neue Lehrerin?

Slide 14 - Open question

Wörter
Kapitel 7

woordenlijst NL-D, D-NL

Slide 15 - Slide

Vertaal en vul in.

de banken - Wie viel kosten ... ...?

Slide 16 - Open question

Vertaal en vul in.

de boerderijen - Ich finde, ... ... sehen so alt aus.

Slide 17 - Open question

Vertaal en vul in.

de eengezinswoning - Meine Familie gehört ... ...?

Slide 18 - Open question

Grammatik
Kapitel 7

voorzetsels met de 4e naamval
persoonlijke voornaamwoorden in de 4e naamval

Slide 19 - Slide

Voorzetsels met 4e naamval
durch
gegen
für
um
ohne
entlang
bis
voor
door
langs
tegen
tot
zonder
om

Slide 20 - Drag question

Ken je de persoonlijk voornaamwoorden in de 4e naamval nog?
mich
es
uns
euch
sie (mv)
sie (ev)
dich
Sie
ihn
wen?
mij
haar
wij
jou
hen
het
jullie
u
hem
wie?

Slide 21 - Drag question

Vertaal en vul de juiste vorm in.

zonder hem - Es ist nicht so lustig ... ... .

Slide 22 - Open question

Vertaal en vul de juiste vorm in.

tegen wie - Wisst ihr, ... ... ich spielen muss?

Slide 23 - Open question

Vertaal en vul de juiste vorm in.

door jullie - Wir haben das Spiel ... ... kennengelernt .

Slide 24 - Open question

Vertaal en vul de juiste vorm in.

zonder mij - Er denkt, er kann ... ... nicht leben.

Slide 25 - Open question

Vertaal en vul de juiste vorm in.

voor u - Dieses Zimmer wurde ... ... reserviert.

Slide 26 - Open question

Vertaal en vul de juiste vorm in.

om haar - Es dreht sich nicht alles immer nur ... ... !

Slide 27 - Open question