vierde naamval

vierde naamval
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

vierde naamval

Slide 1 - Slide

Grammatik
Kapitel 7

voorzetsels met de 4e naamval
persoonlijke voornaamwoorden in de 4e naamval

Slide 2 - Slide

Voorzetsels met 4e naamval
durch
gegen
für
um
ohne
entlang
bis
voor
door
langs
tegen
tot
zonder
om

Slide 3 - Drag question

Ken je de persoonlijk voornaamwoorden in de 4e naamval nog?
mich
es
uns
euch
sie (mv)
sie (ev)
dich
Sie
ihn
wen?
mij
haar
wij
jou
hen
het
jullie
u
hem
wie?

Slide 4 - Drag question

Vertaal en vul de juiste vorm in.

zonder hem - Es ist nicht so lustig ... ... .

Slide 5 - Open question

Vertaal en vul de juiste vorm in.

tegen wie - Wisst ihr, ... ... ich spielen muss?

Slide 6 - Open question

Vertaal en vul de juiste vorm in.

door jullie - Wir haben das Spiel ... ... kennengelernt .

Slide 7 - Open question

Vertaal en vul de juiste vorm in.

zonder mij - Er denkt, er kann ... ... nicht leben.

Slide 8 - Open question

Vertaal en vul de juiste vorm in.

voor u - Dieses Zimmer wurde ... ... reserviert.

Slide 9 - Open question

Vertaal en vul de juiste vorm in.

om haar - Es dreht sich nicht alles immer nur ... ... !

Slide 10 - Open question