2kgt woordenschat herhaling figuurlijk taalgebruik

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Nederlands

Maandag

2 kgt

Nieuwe vertelvorm

om uit te lezen!

>Stripboek<

Volgende week bij je hebben!

Poëzie PO

>>>> Inleveren

>> Cijfer nadat iedereen heeft ingeleverd

Vandaag

Doen

1. Terugblik huiswerk

2. Woordenschat h2

3. Taalverzorging Woordsoorten H2

Huiswerk

Jane (gemaakt, kwaliteit van nakijken)

Isabelle (aangeklikt)

Woordenschat H2

Lesdoelen

Je kunt uitleggen wat figuurlijk taalgebruik is

Je weet hoe je een uitdrukking moet opzoeken in het woordenboek.

Wat zou je tekenen? Waar gaat dit over?

1. De vuile was buiten hangen.

 

2. De bloemetjes buiten zetten.

Wat bedoelen we met 'de vuile was buiten hangen?'

1. aan mensen laten zien waarin je goed bent
2. aan mensen vertellen wat r mis is bij jou thuis
3. flink feestvieren
4. niet thuis eten

Wat bedoelen we met 'de bloemetjes buiten zetten?'

1. aan mensen laten zien waarin je goed bent
2. aan mensen vertellen wat r mis is bij jou thuis
3. flink feestvieren
4. niet thuis eten

Theorie 

Woorden/uitdrukkingen die iets anders bedoelen dan dat ze zeggen.

Hij woont in het hart van de stad

Door hem ben ik nu mooi de sigaar.

De pineut 

De sjaak

Nathalie staat te springen om op vakantie te gaan.

Nathalie en haar moeder aan het springen, 

zodat ze daarna op vakantie kunnen.

Logisch?

En nu?

> video bekijken

> Mk. opdr. 1 t/m 5 + 11 10 minuten

Niet af = hw

Figuurlijk taalgebruik

Woorden/uitdrukkingen die iets anders bedoelen dan dat ze zeggen.

Doelen behaald?

Wat is figuurlijk taalgebruik?

Hoe zoek je een uitdrukking op in het woordenboek?

Ze kookt van woede.

1. figuurlijk
2. letterlijk

Ze kookt de pasta.

1. figuurlijk
2. letterlijk

De student lacht om zijn grote toekomstdromen.

1. figuurlijk
2. letterlijk

De toekomst lacht ons tegemoet.

1. figuurlijk
2. letterlijk

Het schilderij springt van het doek.

1. figuurlijk
2. letterlijk

Herman springt een gat in de lucht.

1. figuurlijk
2. letterlijk

Herman prikt een gat in het doek.

1. figuurlijk
2. letterlijk

Taalverzorging H2

Onderdelen van taalverzorging?

Taalverzorging H2 >> woordsoorten 

Formuleren (verwijswoorden bijv.)

Grammatica (zinsopbouw, spelling, hoofdletters)

Leestekens

Welke woordsoorten ken je?

Startopdracht

- Wij zagen zagen hangen in de winkel.

- Ik gebruik zeven zeven tijdens het bakken.

- Ik ben Ben.

- Als vliegen achter vliegen vliegen, vliegen vliegen vliegensvlug.

Welke woorden kun je 'doen'?

Welke woorden kun je 'verkleinen'?

Hoe noem je die woordgroepen?

Woordsoorten H2

Lesdoelen

Je kent vijf woordsoorten.

Je kunt ww, lw, zn, bn en vz van elkaar onderscheiden in de tekst.

Woordsoorten H2

Video

Mk. de openstaande opdrachten

TEST

Giselle's lelijke zusje heeft 10 jaar tegenover een knappe jongen gewoond.

Noteer de ww, lw, zn, bn en vz.

Test 

Giselle's lelijke zusje heeft 10 jaar tegenover een knappe jongen gewoond.

Welke woordsoorten herken je in de zin?

ww - heeft gewoond

lw - een

zn - Giselle, zusje, jaar, jongen

bn - lelijke, 10, knappe

vz - tegenover

Test 

>> Maak een zin met twee ww, twee lw, twee zn'en en een bn.

>> Maak een zin met een ww, een bn, een zn en 2 voorzetsels.

Na deze les doen:

- Mk. opdr. 1 t/m 5 + 11 van Woordenschat H2

- Mk. openstaande opdrachten Taalverzorging (Woordsoorten) H2

23/11 nieuwe boektitel leesboek!

Tot die tijd: stripboek lezen

Volgende week: stripboek bij je hebben