What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Ch 1 - les 2
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Qu'est-ce qu'on va faire?
Objectifs
Vocabulaire
Parler
Voorzetsels bij plaatsnamen en landen
Passé Composé
Lire
Slide 2 - Slide
Chapitre 1
Ik ken woorden die te maken hebben met vakantie, landen en het weer.
Ik kan de passé composé gebruiken.
Ik kan vertellen wat ik tijdens mijn vakantie heb gedaan.
Ik kan de juiste bezittelijke voornaamwoorden gebruiken in het Frans.
Toets: vrijdag 16 juni
Slide 3 - Slide
Vocabulaire
Chapitre 1 A+B
Slim Stampen
WRTS
uit je boek
10 minuten
Slide 4 - Slide
Parler
Réponds aux questions en
phrases complètes.
Slide 5 - Slide
Voorzetsel bij landen en plaatsen
Slide 6 - Slide
In/naar bij plaatsnamen
Bij plaatsnamen van steden of dorpen gebruik je om
in
of
naar
te zeggen:
à
à Paris
à Londres
à Eindhoven
Slide 7 - Slide
Bij landennamen ligt dat anders.
Je gebruikt dan voor
in
of
naar
en
au
aux
Slide 8 - Slide
Eindigt een landennaam op een -e, dan is die
vrouwelijk.
Je gebruikt dan
EN
en Italie
en France
en Angleterre
en Grèce
en Belgique
en Suède
en Suisse
Slide 9 - Slide
Daarna komt het het meest voor de
mannelijke
landennamen. Daar gebruik je
AU
au Portugal
au Japon
au Danemark
au Luxembourg
au Canada
au Sénégal
Slide 10 - Slide
Tenslotte zijn er ook nog landennamen in het
meervoud.
Daar gebruik je
AUX
aux Pays-Bas (Nederland)
aux États-Unis (VS)
Slide 11 - Slide
Mannelijk of vrouwelijk land?
Als een landennaam eindigt op een -e, dan is het vrouwelijk.
Als een landennaam eindigt op een -s dan is het meervoud.
De andere landen zijn dan mannelijk.
Slide 12 - Slide
Je vais ... Portugal.
A
en
B
au
C
aux
D
à
Slide 13 - Quiz
Tom habite ... Londres.
A
en
B
au
C
aux
D
à
Slide 14 - Quiz
Ali habite ... Sénégal.
A
en
B
au
C
aux
D
à
Slide 15 - Quiz
Nous allons ... Italie.
A
en
B
au
C
aux
D
à
Slide 16 - Quiz
Mon grand-père habite ... Bruxelles.
A
en
B
au
C
aux
D
à
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
passé composé
Slide 19 - Slide
Hoe vorm je een passé
composé?
Slide 20 - Mind map
passé composé = v.t.t.
Ik heb
gelopen.
Mijn vader heeft
gevoetbald.
Mijn broer is naar Engeland
gegaan
.
Slide 21 - Slide
voltooid deelwoord
parler -> parlé donner -> donné
praten gepraat geven gegeven
REGEL:
werkwoord
-
er
+
é
Slide 22 - Slide
hulpwerkwoord
Om de
passé composé
te kunnen vormen heb je het hulpwerkwoord
avoir
nodig.
Ik
heb
een nieuwe fiets gekocht.
Slide 23 - Slide
avoir
j'ai
tu as
il/elle/on a
nous avons
vous avez
ils/elles ont
Slide 24 - Slide
passé composé
De passé composé bestaat uit drie delen:
persoonlijk voornaamw
. +
hulpwerkwoord
+ voltooid deelw.
j'
ai
parlé
tu
as
donné
nous
avons
mangé
Slide 25 - Slide
Lire
Lis le texte.
Souligne tous les passé composés.
Tu comprends le texte?
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
devoirs
leren woorden/zinnen A + B
Slide 28 - Slide
More lessons like this
voorzetsel bij plaatsen en landen
October 2022
- Lesson with
13 slides
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Ch 1 - les 3
October 2022
- Lesson with
37 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
TV2H: Herhaling Passé Composé en Voorzetsels landennamen
October 2021
- Lesson with
41 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Voorzetsels landennamen en steden: le voyage de rêve
January 2023
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Ch. 1, voorzetsels landennamen en steden + meer havo2 2324
March 2021
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
leçon 14
October 2023
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
mardi, le 26 mars
October 2019
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
mardi, le 26 mars
March 2019
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3