Literatuur: Les 1. Middeleeuwen: 'hebban olla vogala'
Literatuur
Les 1
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6
This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Literatuur
Les 1
Slide 1 - Slide
Waarom literatuur?
Handreiking SLO:
Domein E: Literatuur (VWO):
De kandidaat kan beargumenteerd verslag uitbrengen van zijn leeservaringen met een aantal door hem geselecteerde literaire werken. Minimumaantal VWO: 12, waarvan 3 voor 1880.
Slide 2 - Slide
Waarom literatuur?
Handreiking SLO:
Domein E: Literatuur (VWO):
De kandidaat kan literaire tekstsoorten herkennen en onderscheiden, en literaire begrippen hanteren in de interpretatie van literaire teksten.
Slide 3 - Slide
Waarom literatuur?
Handreiking SLO:
Domein E: Literatuur (VWO):
De kandidaat kan een overzicht geven van de hoofdlijnen van de literatuurgeschiedenis, en de gelezen literaire werken plaatsen in dit historisch perspectief.
Slide 4 - Slide
Renate Dorrestein (1954-2018):
Literatuur laat ons zien wat het betekent om een mens te zijn en hoe moeilijk het is een fatsoenlijk mens te blijven als de omstandigheden onfatsoenlijk worden.
Literatuur brengt ons iets wat psychologie, sociologie en journalistiek niet kunnen: het vermogen om in het hoofd van de personages te kijken, deelgenoot te worden van hun dilemma's en al doende in hun schoenen te staan.
Literatuur helpt ons, ons met anderen te identificeren en ook onszelf te begrijpen.
Slide 5 - Slide
Welke literaire periodes kun je je nog herinneren van literatuurlessen uit voorgaande jaren?
Memento mori: "gedenk te sterven" = het is belangrijk om als een goed christen te leven, wil je na je dood een plekje in de hemel krijgen.
Christendom is alom, aan de autoriteit van de Kerk wordt niet getwijfeld.
Iedereen heeft een vaste 'plaats' in de maatschappij, rangen en standen. Je blijft binnen je stand.
Auteurs doen er niet toe, kunst is ter ere van God. Talent is een gave van God, daar ga je als individu niet mee pronken. Het (kunst)werk is belangrijk, niet wie het gemaakt heeft.
Kunst is van iedereen en voor iedereen, plagiaat bestaat niet.
Slide 10 - Slide
Het eerste Nederlands
Een familie van talen
Slide 11 - Slide
Oudnederlands
Taal die omstreeks 800 tot 1150 in onze contreien gesproken werd.
Weinig schriftelijke resten.
Schrijftaal was Latijn, spreektaal was Oudnederlands.
In omringende landen wel al werken op schrift: (800 AD) Hildebrandslied (Oudhoogduits), (900 AD) Beowulf (Oud Engels), (1100 AD) Chanson de Roland (Frans).
Neergeschreven door een Vlaamse monnik die in een Engels klooster verbleef, schreef teksten over uit Latijnse boeken.
Neergeschreven als 'penneproef': na het slijpen van de punt van de ganzeveer deze punt uitproberen door een klein zinnetje neer te krabbelen. Dit deed de monnik op de laatste bladzijde van een oud boek.
Zin uit een liefdesversje dat hij in zijn jeugd in Vlaanderen had geleerd.
Van het Oudnederlands zijn vooral losse woorden en maar enkele samenhangende teksten bewaard. Er zijn enkele fragmenten uit de Salische wet van de 6e eeuw die Oudnederlands (of Oudnederfrankisch) zijn. Het volgende wordt nu door het Oudnederlands woordenboek als oudste zin in het Oudnederlands beschouwd. De formule werd uitgesproken bij het vrij verklaren van een laat: Maltho thi afrio lito (Ik zeg je: ik maak je vrij, halfvrije)
8e eeuw:
In een 8e-eeuwse Utrechtse doopgelofte is onder meer te lezen: Gelobistu in got alamehtigan fadaer (geloof je in god, almachtige vader).
10e eeuw:
Een 10e-eeuws manuscript met voorbeelden van Oudnederlands is gekend als de Wachtendonckse Psalmen, waarvan het origineel echter verloren is gegaan.