Socialisme: PvdA, Gelijkheid, Links en Solidariteit
VVD
Persoonlijk
Rentmeesterschap
Naastenliefde
PvdA
Gelijkheid
Links
Midden
Rechts
Vrijheid
Solidariteit
CDA
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Wat betekent politiek?
Slide 6 - Open question
Wat is de beste omschrijving van 'Democratie'?
A
Het volk heeft geen invloed op politieke besluiten
B
Het maken van keuzes en het nemen van beslissingen.
C
Het volk kiest volksvertegenwoordigers die de keuzes maken.
D
Het volk heeft invloed op politieke besluiten
Slide 7 - Quiz
Burgers hebben de meeste politieke invloed in een:
A
religieus autoritair regime.
B
militair autoritair regime.
C
directe democratie.
D
indirecte democratie.
Slide 8 - Quiz
Wat is een ideologie?
A
Regels over het naleven van de trias politica
B
Ideeën over welke burgers het meeste macht moeten hebben
C
Ideeën over de gewenste inrichting van de samenleving
D
Alle standpunten van een politieke partij
Slide 9 - Quiz
I. Een vrije pers is een belangrijk uitgangspunt in een democratie. II. In een dictatuur maken oppositiepartijen deel uit van de politieke macht.
A
I is juist, II is onjuist
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide onjuist
Slide 10 - Quiz
I. Censuur wil zeggen dat de overheid de media controleert. II. In veel autoritaire regimes hebben de militairen ook politieke macht.
A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide onjuist.
Slide 11 - Quiz
Wie hebben in een autoritair regime vaak last van beperkingen van grondrechten?
A
Bedrijven en militairen.
B
Politie en burgers.
C
Burgers en media.
D
Media en politieke bestuurders.
Slide 12 - Quiz
De overheid legt de burgers plichten op. Dit vindt:
A
wel plaats in een autoritair regime, maar niet in een democratie.
B
wel plaats in een democratie, maar niet in een autoritair regime.
C
plaats in zowel een autoritair regime als een democratie.
D
alleen plaats in landen zonder grondwet.
Slide 13 - Quiz
Rechtse politieke partijen benadrukken dat:
A
mensen gelijke kansen moeten krijgen.
B
de macht in Nederland eerlijker moet worden verdeeld.
C
de overheid een passieve rol moet hebben.
D
waarden en normen de vrijheid van mensen in de weg staan.
Slide 14 - Quiz
Linkse politieke partijen benadrukken dat:
A
mensen gelijke kansen moeten krijgen.
B
burgers meer vrijheid moeten krijgen.
C
de overheid minder macht moet krijgen.
D
naastenliefde belangrijker is dan sociaaleconomische verhoudingen.
Slide 15 - Quiz
Politieke partijen die rechts zijn:
A
willen een actieve overheid.
B
zijn voor bescherming van de zwakkeren in de samenleving.
C
vinden dat de overheid de vrijheid van burgers moet beschermen.
D
willen de inkomensverschillen verkleinen.
Slide 16 - Quiz
Linkse politieke partijen:
A
vinden dat rijke mensen evenveel belasting moeten betalen als arme mensen.
B
willen het verschil tussen arm en rijk vergroten.
C
vinden dat de overheid moet opkomen voor zwakkeren in de samenleving.
D
hechten veel waarde aan het bedrijfsleven.
Slide 17 - Quiz
Liberale partijen benadrukken dat:
A
mensen gelijke kansen moeten krijgen.
B
burgers meer vrijheid moeten krijgen.
C
de overheid een sterke positie moet hebben.
D
het rentmeesterschap centraal moet staan.
Slide 18 - Quiz
3.3 Politieke partijen
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Actiegroep of belangengroep?
Actiegroep - 1 bepaalde doelstelling / onderwerp
- oproepen tot actie
Belangengroep - verdedigen belangen van 1 groep
- meer doelstellingen / onderwerpen
Slide 22 - Slide
Politiek spectrum: Links, rechts en midden
Links
Midden
Rechts
Actieve overheid
Actief/passief
Passieve overheid
Gelijkheid -> geen inkomsten ongelijkheid
Tussenin
Burgers zijn verantwoordelijk voor zichzelf
Zorgen voor kwetsbare mensen
Samenleving zorgt voor elkaar, maar ook de overheid
Overheid helpt alleen als het nodig is -> vrijheid
Slide 23 - Slide
Progressief en conservatief
Progressief:
Vooruitstrevend, verandering, toekomstgericht
Gebreken benadrukken en veranderingen doorvoeren.
Conservatief:
Behoudend, behouden wat al bereikt is.
Graag alles houden bij het oude (tradities)
Slide 24 - Slide
Politiek spectrum
Slide 25 - Slide
One-issuepartijen
1 specifieke doelgroep of aspect van de samenleving
Niet-democratische partijen
- gaan vaak in strijd met rechtsstaat
- wordt vaak geweld geroepen
- standpunten mogen tegen Grondwet strijden
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Minder mensen worden lid van politieke partijen:.
gevolgen:
meer zwevende kiezers
minder geschikte bestuurders beschikbaar
minder geld om zich goed te organiseren en verkiezingen te voeren.
Slide 28 - Slide
Representativteit
"De mate waarin de Tweede Kamer een goede afspiegeling is van de Nederlandse bevolking."
Slide 29 - Slide
www.volkskrant.nl
Slide 30 - Link
I. One-issuepartijen hechten net als actie- en belangengroepen weinig waarde aan het algemeen belang. II. Ook populistische partijen kunnen deel uitmaken van het parlement.