De afstand tussen de lens en het netvlies is constant (circa 17 mm),
dus de beeldafstand (b, dit is de afstand tussen de lens en het netvlies) staat vast.
Het oog past dus de brandpuntafstand (f) aan.
Er is een kring van spiertjes rond het ooglens die de lens platter of boller kan maken. Dit wordt accomoderen genoemd.