This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Terugblik
Slide 1 - Slide
Else heeft een vermogen van € 13.000. het heffingsvrije vermogen is € 50.000. Betaalt Else vermogensrendementsheffing?
A
ja
B
nee
Slide 2 - Quiz
Sihem heeft op 1 januari 2020 een vermogen van €63.000. Aan het eind van het jaar is dit gestegen tot €68.000. De belastingdienst heeft haar fictieve rendement vastgesteld op €684. In werkelijkheid was haar rendement €900. De vermogensrendementsheffing is 30%. Hoeveel belasting betaalt Sihem in box 3 voor het jaar 2020?
A
(68.000 - 63.000) x 0,3 = €1.500
B
63.000 x 0,3 = €18.900
C
684 x 0,3 = €205,20
D
900 x 0,3 = €270
Slide 3 - Quiz
Bereken de vermogensrendementsheffing in box 3.
Slide 4 - Open question
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Nivelleren is
A
de inkomensverschillen worden groter
B
De inkomensverschillen worden kleiner
Slide 9 - Quiz
De overheid kan maatregelen nemen die leiden tot nivelleren of denivelleren van inkomen. Hieronder staan drie maatregelen genoemd. Sleep ze naar de juiste kolom.
Nivellering
Denivellering
Over de eerste € 10.000 van het inkomen hoeft niemand belasting te betalen.
Een kok en een bankdirecteur krijgen beide € 100,- loonsverhoging
Het belastingpercentage in de hoogste schijf gaat omlaag van 52% naar 50%.
Slide 10 - Drag question
Met welk belastingstelsel kun je inkomensverschillen nivelleren?
A
Proportioneel
B
Progressief
C
Primaire
D
Degressief
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Nivellerend
Denivellerend
BTW
Progressief belasting stelsel
Uitkeringen
Erfbelasting
Huursubsidie
Hypotheekrenteaftrek
Heffingskortingen
€100 voor iedereen
Slide 14 - Drag question
Nivellering
Denivellering
Het percentage van de hoogste schijf in box 1 wordt verhoogd
Door bezuinigingen besluit de regering tot verlaging van de huurtoeslag