Argumenteren

Huiswerk vandaag:
Je hebt gemaakt van Argumenteren, hfdst. 6.1:
het huiswerk in de Planning van de methodesite
Verder: opdr. 3, 4, 7 en 8

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Huiswerk vandaag:
Je hebt gemaakt van Argumenteren, hfdst. 6.1:
het huiswerk in de Planning van de methodesite
Verder: opdr. 3, 4, 7 en 8

Slide 1 - Slide

De samenvatting van Warenar en de bijbehorende reflectieopdracht staan in mijn portfolio.
ja
nee

Slide 2 - Poll

Aan welke woorden denk je bij het woord 'argumenteren'?

Slide 3 - Mind map

'Mijn conclusie is dat ....'
geeft een
A
mening aan
B
argument aan

Slide 4 - Quiz

Noteer een ander woord voor 'aangezien'

Slide 5 - Open question

'Het is prima dat de ArenA in Amsterdam-Zuidoost nu de Johan Cruijff ArenA gaat heten, maar het Stadionplein moet het Stadionplein blijven, al is het maar omdat de Stadionkade en de Stadionweg erop uitkomen.'
Aan welk signaalwoord herken je het argument?
A
dat
B
maar
C
al
D
omdat

Slide 6 - Quiz

'omdat de Stadionkade en de Stadionweg erop uitkomen.'
is een
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 7 - Quiz

‘Er komen nog vijf straten met andere namen op het Stadionplein uit.’
Dit is een
A
tegenargument
B
weerlegging

Slide 8 - Quiz

'Het is dan ook geen goed idee om dit door recente nieuwbouw al behoorlijk verkleinde plein naar slechts één sporter te vernoemen.'
Aan welk signaal herken je het standpunt?

Slide 9 - Open question

'Paulien Cornelisse schrijft in NRC Handelsblad dat een spatie zetten voor een punt of een komma meer voorkomt bij mensen van boven de zeventig. Zo langzamerhand wordt het kennelijk normaal om ouderen ergens de schuld van te geven als er iets niet goed gaat: ouderen veroorzaken veel auto-ongelukken, ouderen trekken de pensioenpotten leeg en nu deugt, in de ogen van Paulien Cornelisse althans, hun taalgebruik ook al niet meer.'
Wat is het standpunt?
A
'Paulien Cornelisse schrijft in NRC Handelsblad dat een spatie zetten voor een punt of een komma meer voorkomt bij mensen van boven de zeventig.
B
Zo langzamerhand wordt het kennelijk normaal om ouderen ergens de schuld van te geven als er iets niet goed gaat
C
ouderen veroorzaken veel auto-ongelukken, ouderen trekken de pensioenpotten leeg en nu deugt, in de ogen van Paulien Cornelisse althans, hun taalgebruik ook al niet meer.'

Slide 10 - Quiz

Zo langzamerhand wordt het kennelijk normaal om ouderen ergens de schuld van te geven als er iets niet goed gaat: ouderen veroorzaken veel auto-ongelukken, ouderen trekken de pensioenpotten leeg en nu deugt, in de ogen van Paulien Cornelisse althans, hun taalgebruik ook al niet meer.'

Door welk signaal weet je waar het argument begint?

A
Door het woordje 'zo'
B
door het woordje 'als'
C
door de 'dubbele punt'
D
door het woordje 'althans'

Slide 11 - Quiz

'Zelf ben ik inmiddels 83 jaar. Ik zou een verontschuldiging van Paulien Cornelisse voor alle mensen boven de zeventig zeer op prijs stellen, want het was een absoluut onnodige en onterechte aantijging in hun richting.'
Het standpunt is
A
Zelf ben ik inmiddels 83 jaar.
B
Ik zou een verontschuldiging van Paulien Cornelisse voor alle mensen boven de zeventig zeer op prijs stellen
C
het was een absoluut onnodige en onterechte aantijging in hun richting.

Slide 12 - Quiz

(Want) het was een absoluut onnodige en onterechte aantijging in hun richting.

Dit is een
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 13 - Quiz

Aangezien het een oplossing voor het fileprobleem is, moet iedereen meer met de trein reizen.

'Met de trein ben je veel langer onderweg' is een
A
tegenargument
B
weerlegging

Slide 14 - Quiz

Het is een goede zaak dat er steeds meer politieke partijen bij zijn gekomen. Iedereen kan nu op een partij van zijn voorkeur stemmen.
'Hoe meer partijen er zijn, hoe moeilijk het wordt om een kabinet te vormen' is een
A
tegenargument
B
weerlegging

Slide 15 - Quiz

Een weerlegging reageert op een
A
standpunt
B
argument

Slide 16 - Quiz

Over welk boek doe jij jouw boekenpitch?

Slide 17 - Mind map

Jouw boekenpitch
Start met het schrijven van jouw tekst
Wat wil je in ieder geval vertellen?
Wat wordt jouw aandachttrekker?
Wat wordt jouw uitsmijter?

Slide 18 - Slide