4V: trappen van vergelijking

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 3,4

de trappen van vergelijking

om dingen/mensen met elkaar te vergelijken 

gebruik je de trappen van vergelijking

Nummer 1 is groot, nummer 2 is groter, nummer 3 is het grootst

Paul heeft geld. Jean heeft meer geld. Luc heeft het meeste geld

Hoe doe je dat in het Frans?

dat zie je in de volgende dia's....

le positif= de stellende trap:

je gebruikt het bijvoeglijk naamwoord

le comparatif = de vergrotende trap

= even ....... als

je gebruikt plus/moins + bijvoeglijk naamwoord + que / qu'

bijvoorbeeld:

= groter dan >  plus grand que / qu'

of

minder groot dan > moins grand que / qu'

je gebruikt aussi  + bijvoegijk naamwoord + que / qu'

le superlatif = de overtreffende trap

je gebruikt le/la/les plus + bijvoeglijk naamwoord

= het grootste huis > la plus grande maison

= de rustigste docent > le prof le plus calme

Let op!

De bijvoeglijke naamwoorden die voor het zelfstandig naamwoord staan, staan bij de trappen van vergelijking ook voor het zelfstandig naamwoord

* het grootste meisje: la plus grande fille

* het intelligentste meisje: la fille la plus intelligente

Welke waren dat ook alweer?

beau, bon, joli,

haut, long, petit,

jeune, vieux, grand,

nouveau, mauvais, autre, méchant

(en de rangtelwoorden)

natuurlijk zijn er een paar uitzonderingen 

bon(ne(s)) -- meilleur(e(s)) -- le, la, les meilleur(e(s))

bien -- mieux -- le mieux

(dit is het bijwoord, daar is geen vrouwelijk of meervoud van)

Let op!

Met bijwoorden (zie Chapitre 2, grammaire A) 

kun je ook vergelijkingen maken:

Mon frère court plus vite que ma soeur. 

Marie réussit le mieux à l'école de toute sa famille. 

Questions?

le quiz!!!!

bij sommige vragen zie je  +      vergrotende trap met plus

                                                   ++   overtreffende trap met plus

                                                   -       overtreffende trap met moins

                                                   --     overtreffende trap met le moins

                                                   =       even......als

Jean est né en 2005. Paul est né en 2006. Paul est donc....

1. plus âgé
2. moins âgé
3. aussi âgé

Marianne mesure 1m67. Monique mesure 1m80. Monique est donc......

1. plus grande
2. aussi grande
3. moins grande

Astérix est ................... Obélix

1. plus grand qu'
2. plus petit qu'
3. aussi grand qu'

La prononciation de Jean est (bon, +) que la prononciation de Paul

C'est (beau ++) livre.

Obélix est (intelligent -) qu'Astérix.

Marianne est (= beau) que sa soeur.

Marianne est (++ beau) fille de sa classe.

c'est fini

Au travail!

Faites maintenant les exercices 37, 38 et 39 (*) du Chapitre 1.