Les 3:

Assisteren bij Zorg & Welzijn
1 / 26
next
Slide 1: Slide
assisterenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Assisteren bij Zorg & Welzijn

Slide 1 - Slide

Vandaag:
- Evaluatie MuZIEum 
- Inleiding 'Thema Ouderen'
Theorie opdrachten en video's 
- Activiteiten als oudere. 

Slide 2 - Slide

Muzieum 

Hoe vonden jullie het?

Slide 3 - Slide

Evaluatie MuZIEum. 
Wat: Schrijf een verslag over het MuZIEum.
Wie: Individueel. 
Hoe: Op de computer
Tijd: 30 minuten 

Slide 4 - Slide

Thema ouderen 
Veel ouderen hebben een mobiliteitsbeperking 
Iemand kan zich niet meer goed bewegen. 

Mobiliteitsbeperkingen kunnen ervoor zorgen dat mensen afhankelijk worden van zorg. 

Hulpmiddelen: een stok, een rollator, een rolstoel of een tillift. 

Slide 5 - Slide

Zo lang mogelijk thuis blijven wonen 
De overheid wil dat ouderen zo lang mogelijk thuis blijven wonen.

1. Er wordt gekeken of er mantelzorg kan worden geboden
2. Dan pas wordt gekeken naar professionele zorg. 

Nadeel: Sociaal isolement (eenzaamheid). 

Hulp: Bezoekdiensten, lotgenotencontact, vervoersdiensten. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Ziektebeelden bij ouderen
- Hart en vaatziekten 
- CVA
- Ziekte van parkinson 
- Reuma 
- Dementie 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Hart - en vaatziekten 
Stolsel in het bloedvat --> bloedvat afgesloten --> hartaanval

Symptomen: 
Beklemmende pijn op de borst 
Uitstralende pijn naar onderkaak, armen of rug
Angst en onrust 
Misselijkheid en braken 
Bleekheid en een koude klamme huid 
Benauwdheid 

Slide 10 - Slide

CVA: hersenbloeding / herseninfarct 
Hersenbloeding: Er knapt een bloedvat in de hersenen
Herseninfarct: Een bloedvat in de hersenen raakt verstopt. 

Bij beide krijg je tijdelijk geen zuurstof en raakt het beschadigd. 

Herkenning is het belangrijkste 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Ziekte van Parkinson 
Wat: Ziekte in het centrale zenuwstelsel. 
Wie: Mannen en vrouwen 
Wanneer: Begint vaak tussen de 46 en 65 jaar. 

Symptomen: Trillen van handen of benen, trager worden met bewegen, moeite met het starten van bewegingen, stijfheid van de spieren en evenwichtsproblemen 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Reuma 
- Ontstekingen in een of meerdere gewrichten in het lichaam 
(knieën, schouders, ellebogen, vingerkootjes) 

- Het verschilt van dag tot dag, de ene dag kun je iets wel en de andere dag niet meer.  (stukje vlees snijden, kopje thee tillen).
- Ook kan pijn verschillend zijn. 
- Hier moet je op letten tijdens de begeleiding van een persoon met reuma. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Dementie:
Dementie is een hersenziekte 
Ontstaan van dementie: door omgevingsfactoren, erfelijke aanleg en leefstijl 

Risicofactoren: 
- Leeftijd (Hoe ouder, hoe groter de kans op dementie)
- Onvoldoende lichaamsbeweging 
- Ernstig overgewicht 
- Hoge bloeddruk 
- Diabetes 
- Depressie 



Slide 17 - Slide

Dementie: 
- Vergeetachtigheid, 
- Moeite met oriënteren 
- Bepaalde handelingen niet meer uit kunnen voeren (aan & uitkleden) 
- Taalstoornissen of problemen met rekenen 
- Gedragsstoornissen 
- De stemming kan snel wisselen 
- Mensen beseffen niet meer wat wel en niet hoort (decorumverlies)

Slide 18 - Slide

Dementie
4 fasen: 
- Het bedreigde ik - cognitieve fase 
Het wordt steeds lastiger om regie in eigen handen te houden, toch schijn ophouden. 
- Het verdwaalde ik - emotionele fase
Dit is de fase waarin de desoriëntatie in tijd, plaats en persoon toeneemt. 
- Het verborgen ik - psychomotore fase
Niet meer bewust van wie de persoon is en hij/zij maakt weinig tot geen contact met de omgeving. 
- Het verzonken ik - zintuiglijke ervaring
Nauwelijks tot geen contact meer mogelijk.

Slide 19 - Slide

Alzheimer: 
Meest voorkomende vorm van Dementie. 

Oorzaak: Onbekend 
Start: Stoornissen in het korte-termijn-geheugen

Slide 20 - Slide

Vasculaire dementie 
Na Alzheimer het meest voorkomend 

Oorzaak: Kleine beroertes in de hersenen. 
Start: Verloopt meer plotseling 
Behandeling: Nieuwe beroertes voorkomen. 

Slide 21 - Slide

Omgaan met dementie. 
- Zorg voor een vaste dagindeling 
- Geef dingen een vaste plek 
- Mensen weten vaak niet hoe laat of welke dag het is. 
Help ze daarbij: Het is nu twaalf uur, we gaan eten! 
- Geen vragen stellen over dingen die ze niet meer weten 
- Als je het idee hebt dat ze iets niet meer weet, stop met doorvragen en begin over iets anders. 
- Niet in discussie gaan als iets niet klopt.


Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Opdrachten in het boek 
Wat: Maak de opdrachten
Wie: Individueel 
Tijd: 20 minuten 
Klaar: Even wachten we gaan het zo nabespreken 

Slide 24 - Slide

Ervaringsleer: leven als een oudere. 

Slide 25 - Slide

Mindmap maken

Slide 26 - Slide