Anatomie en fysiologie longen en luchtwegen / slikproblemen

Anatomie en fysiologie longen en luchtwegen, slikproblemen
en beademingsproblemen
1 / 21
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Anatomie en fysiologie longen en luchtwegen, slikproblemen
en beademingsproblemen

Slide 1 - Slide

Wat is de belangrijkste functie van het ademhalingsstelsel?
A
Voedsel transporteren
B
Gaswisseling
C
Bloedcirculatie
D
Temperatuurregulatie

Slide 2 - Quiz

Bij inademing wordt het volume van de borstkas verkleind.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Welk deel van het ademhalingsstelsel is gespecialiseerd in de uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide?
A
Luchtpijp
B
Bronchiën
C
Longblaasjes
D
Neusholte

Slide 4 - Quiz

De neusholte is bekleed met eenlagig trilhaarepitheel.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Wat gebeurt er tijdens een geforceerde uitademing?
A
Het middenrif ontspant zich
B
De inwendige tussenribspieren trekken samen
C
De borstholte wordt vergroot
D
De ribben worden opgetild

Slide 6 - Quiz

Het strotklepje sluit de luchtpijp af tijdens het slikken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Wat is het inspiratoir reserve volume (IRV)?
A
De hoeveelheid lucht die je tijdens een rustige ademhaling inademt of uitademt
B
De hoeveelheid lucht die je na een gewone inademing nog extra kan inademen
C
De hoeveelheid lucht die na maximale uitademing in de longen achterblijft
D
De maximaal verplaatsbare lucht tijdens een inademing of uitademing

Slide 8 - Quiz

De vitale capaciteit is de maximaal verplaatsbare lucht tijdens een inademing of uitademing.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Welke van de volgende symptomen wijst op een acute bronchitis?

A
Hoge koorts boven 39 °C
B
Roestbruin sputum
C
Matige koorts niet hoger dan 38,5 °C
D
Pijn op de borst

Slide 10 - Quiz

Hoesten is altijd een teken van een ernstige longaandoening.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Wat gebeurt er tijdens het slikken met de ademhaling?

A
De ademhaling versnelt
B
De ademhaling stopt tijdelijk
C
De ademhaling vertraagt
D
De ademhaling blijft onveranderd

Slide 12 - Quiz

De dode ruimte is het deel van de luchtwegen waar geen gaswisseling optreedt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Welke spier is betrokken bij de buikademhaling?
A
Buitenste tussenribspieren
B
Middenrif
C
Binnenste tussenribspieren
D
Buikspieren

Slide 14 - Quiz

Longblaasjes zijn omgeven door een dicht haarvatennetwerk.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Wat is de functie van de neusschelpen (conchae)?

A
Het scheiden van voedsel en luchtwegen
B
Het verwarmen, bevochtigen en zuiveren van de ingeademde lucht
C
Het afsluiten van de luchtwegen tijdens het slikken
D
Het ondersteunen van de stembanden

Slide 16 - Quiz

De rechterlong heeft meer longkwabben dan de linkerlong.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Welke waarde wordt gemeten met een spirometer om de elasticiteit van het longweefsel te beoordelen?
A
Ademvolume (VT)
B
Inspiratoir reserve volume (IRV)
C
Vitale capaciteit (VC)
D
Totale longcapaciteit (TLC)

Slide 18 - Quiz

Chemoreceptoren in de halsslagaders zijn gevoelig voor veranderingen in het zuurstofgehalte van het bloed.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Wat veroorzaakt de aanpassing van de ademhaling tijdens fysieke inspanning?
A
Verhoogde lichaamstemperatuur
B
Verhoogd zuurstofgehalte in het bloed
C
Verhoogde koolstofdioxideproductie
D
Verlaagde hartslag

Slide 20 - Quiz

Het strottenhoofd is verantwoordelijk voor de stemvorming.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz