Ontdek de Eigenschappen van Materialen: Natuurkundeles voor Mavo 3

Ontdek de Eigenschappen van Materialen: Natuurkundeles voor Mavo 3
1 / 33
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ontdek de Eigenschappen van Materialen: Natuurkundeles voor Mavo 3

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel van de les
Aan het einde van de les kun je de stofeigenschappen van materialen beschrijven en toepassen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over materialen en stofeigenschappen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Hoofdstuk 4: Materialen en Eigenschappen
In hoofdstuk 4 van Nova leren we over de eigenschappen van verschillende materialen, zoals geleiders en isolatoren.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

 Oefening
Geef van de volgende materialen aan of het een geleider is of isolator: 
koper
plastic
aluminium
hout

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

StofHoofdstuk 7 behandelt stofeigenschappen zoals dichtheid, smeltpunt en kookpunt.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Practicum: Dichtheid meten
Meet de dichtheid van verschillende materialen met behulp van de gegeven formule en apparatuur.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Toepassing in de Praktijk
Bespreek hoe de kennis van materiaaleigenschappen wordt toegepast in alledaagse situaties, bijvoorbeeld in de bouw of bij het ontwerpen van elektronica.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Quiz: Materiaaleigenschappen
Test je kennis met een korte quiz over materiaaleigenschappen en stofeigenschappen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Welke eigenschappen kunnen stoffen hebben?
A
Kleur, geur, vorm, smeltpunt, dichtheid
B
smaak, geur, vorm, smeltpunt, kookpunt
C
kleur, smaak , vorm, smeltpunt, kookpunt
D
kleur, geur, smaak, dichtheid, kookpunt, smeltpunt

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

De dichtheid = 2,5 g/cm3.
Het volume = 4 cm3.
Bereken de massa.
A
1,6 g
B
0,625 g
C
10 g
D
1,5 g

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

De massa van een voorwerp met een volume van 10 cm3 is 65,7 gram. Bereken de dichtheid.
A
657 g/cm3
B
6,6 g/cm3
C
6,9 g/cm3
D
0,15 g/cm3

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat doet een stof met een dichtheid van 2,7 g/cm3 in water?
A
Drijven
B
Zinken
C
Zweven

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

een blokje aluminium weegt 8,1 gram en heeft een volume van 3 cm3.
wat is de dichtheid?
A
2,7 g/cm3
B
0,37 g/cm3
C
24,3 g/cm3
D
11,1 g/cm3

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welk verschil in stofeigenschap moet er zijn om stoffen te kunnen scheiden door adsorberen?


A
Oplosbaarheid
B
Dichtheid
C
Aanhechting
D
Kookpunt

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

De dichtheid van de sleutel is ......... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

een blokje aluminium is 1 bij 2 bij 3 cm. de dichtheid is 2,70 g/cm3. wat is de massa?
A
16,2 g
B
2,2 g
C
0,45 g

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat verander je aan een materiaal als je een verspanende bewerking erop uitvoert?
A
De dichtheid
B
De kleur
C
De massa
D
Vervormen

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

In welk rijtje staat een eigenschap die er niet bij hoort?
A
Fase, brandbaarheid, kookpunt
B
Kleur, volume, fase
C
Geur, kleur, smaak
D
Oplosbaarheid, dichtheid, smeltpunt

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

De dichtheid van de badeend is ...... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Welke eigenschap van glas maakt het geschikt voor het bewaren van vrijwel alle dranken?
A
Glas heeft een hoge dichtheid
B
Glas is breekbaar
C
Glas is recyclebaar
D
Glas wordt niet aangepast.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de dichtheid?
A
de massa van één vierkante centimeter van een stof
B
Een ander woord voor soortelijke massa
C
de massa gedeeld door het volume
D
Hoeveel gram één vierkante centimeter weegt.

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de eenheid van dichtheid?
A
g/L
B
g/cm3
C
D
D
Pa

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Dichtheid kun je bereken met de formule:
A
dichtheid = massa / volume
B
dichtheid = volume / massa
C
dichtheid = massa x volume
D
dichtheid = volume x massa

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

De dichtheid van water is...
A
0,1cm3g
B
1,0cm3g
C
10cm3g
D
100cm3g

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Een duikboot kan zinken, zweven en drijven omdat hij
A
zijn dichtheid kan veranderen
B
zijn massa kan veranderen
C
zijn volume kan veranderen
D
vol met lucht zit

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Hoe verandert de dichtheid van een stof als de massa toeneemt?
A
De dichtheid neemt af
B
De dichtheid neemt toe
C
De dichtheid wordt onberekenbaar
D
De dichtheid blijft hetzelfde

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Welke eenheid wordt gebruikt voor massa bij het berekenen van dichtheid?
A
Kilogram
B
Gram
C
Meter
D
Liter

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de formule om de dichtheid van een stof te berekenen?
A
Massa gedeeld door volume
B
Volume gedeeld door massa
C
Massa plus volume
D
Massa maal volume

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Samenvatting en Reflectie
Vat de belangrijkste punten van de les samen en vraag de studenten om te reflecteren op wat ze hebben geleerd.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 31 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 32 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 33 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.