Herhaling H3-H4 Lezen en H3- Woordenschat

Herhaling Hoofdstuk 3
Lezen
Woordenschat
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling Hoofdstuk 3
Lezen
Woordenschat

Slide 1 - Slide

timer
1:00
Welke tekstverbanden
ken je?

Slide 2 - Mind map

timer
0:45
Welke signaalwoorden
ken je?

Slide 3 - Mind map

Verzin een zin waarin je een signaalwoord
gebruikt. Je klasgenoten benoemen daarna
het tekstverband.
timer
1:00

Slide 4 - Open question

Welke 4 taaltrucjes kan een schrijver
gebruiken om de tekst afwisselender
te maken?
timer
0:55

Slide 5 - Open question

H4 Lezen Betrouwbaarheid

Slide 6 - Slide

Betrouwbaarheid
Informatie in teksten is niet altijd betrouwbaar. Daarom moet je een tekst kritisch lezen. Als je wilt controleren of een tekst betrouwbaar is, let je op :
  • De bron
Een bron moet bij voorkeur actueel zijn en dus niet te lang geleden zijn verschenen. Dat kun je aan de bronvermelding zien. (hier staat wanneer de tekst is geschreven)
  • De schrijver
    Een schrijver is deskundig als hij zich uitgebreid in het onderwerp heeft verdiept. 
  • Het doel van de tekst
    Een tekst is onpartijdig als die alleen maar informatie geeft. Een tekst is partijdig als die ergens reclame voor maakt. 

Slide 7 - Slide

Welk woord vul je in de op de plek van de cijfers?
De bron
Een bron moet bij voorkeur 1... zijn en dus niet te lang geleden zijn verschenen. Dat kun je aan de 2... zien. (hier staat wanneer de tekst is geschreven)
timer
0:45
timer
0:45

Slide 8 - Open question

Welk woord vul je in de op de plek van de cijfers?
Het doel van de tekst
Een tekst is 1.. als die alleen maar 2... geeft. Een tekst is partijdig
als die ergens 3... voor maakt.
timer
0:45

Slide 9 - Open question

Welk woord vul je in de op de plek van de cijfers?
De schrijver
Een schrijver is 1...als hij zich uitgebreid in het 2... heeft verdiept.
timer
0:45

Slide 10 - Open question

Aan het werk
1 Kijk je huiswerk na

2 Maak H4 Lezen opdr. 4 en 5
3 Zoek minstens 2 signaalwoorden bij de volgende tekstverbanden: 
Opsomming
Tegenstelling
Tijdsvolgorde (chronologie)
Oorzaak-gevolg
Voorbeeld
Vergelijking
Conclusie
Doel-middel
Voorwaarde

Slide 11 - Slide