Week 25, 2K, H7 paragraaf 7.4
1 / 27
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Het Europees Parlement zit in Brussel
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Waar kunnen Europese burgers eens in de 5 jaar voor stemmen?
A
Europese Raad
B
Europees Parlement
C
Raad van ministers
Slide 8 - Quiz
De voorzitter van Europa heeft het steeds over harmoniseren. Dit is;
A
het investeren in de economie
B
gelijke rechten en plichten voor iedereen
C
gelijke regels voor alle landen
D
investeren in politiek
Slide 9 - Quiz
Wanneer heeft een land een open economie?
A
weinig import en veel export
B
weinig import en weinig export
C
veel import en weinig export
D
veel import en veel export
Slide 10 - Quiz
Wat is het hoogste in NL?
Import of export?
Import of export?
A
Import
B
Export
Slide 11 - Quiz
Import of export?
"Action" koopt producten uit China
"Action" koopt producten uit China
A
Import
B
Export
Slide 12 - Quiz
Herhaling par. 1
Import of export?
Ik ben op vakantie in Frankrijk
Import of export?
Ik ben op vakantie in Frankrijk
A
Import
B
Export
Slide 13 - Quiz
Herhaling par. 1
Import of export?
DSM verkoopt plastic aan Duitsland
Import of export?
DSM verkoopt plastic aan Duitsland
A
Import
B
Export
Slide 14 - Quiz
Ander woord voor export is
A
import
B
uitvoer
C
transport
D
handel
Slide 15 - Quiz
Herhaling par. 1 Import of export?
Transportbedrijf Langen uit Geleen vervoert citroenen van Spanje naar Polen
Transportbedrijf Langen uit Geleen vervoert citroenen van Spanje naar Polen
A
Import
B
Export
Slide 16 - Quiz
Als jij met een buitenlandse vliegmaatschappij reist, dan is er sprake van:
A
export van goederen.
B
export van diensten.
C
import van goederen.
D
import van diensten.
Slide 17 - Quiz
Als Nederland bloembollen naar Frankrijk uitvoert is dat
A
export
B
import
Slide 18 - Quiz
Het nationaal inkomen is:
A
alle inkomens van de inwoners bij elkaar opgeteld.
B
Export-import.
Slide 19 - Quiz
Wat zijn voordelen van import voor de consument?
A
hogere prijzen
B
meer keuze
Slide 20 - Quiz
Om te beoordelen of een land een open economie heeft wordt er gekeken naar..
A
De import van goederen & diensten
B
De export van goederen & diensten
C
Zowel de import als export van goederen & diensten
D
De importquote
Slide 21 - Quiz
Voordelen van meer export:
A
de productie stijgt
B
de productie daalt
Slide 22 - Quiz
Voordelen van meer export:
A
de inkomens stijgen
B
de inkomens dalen
Slide 23 - Quiz
De ECB heeft net als De Nederlandsche Bank geen gewone klanten
A
juist
B
onjuist
Slide 24 - Quiz
Bij de ECB kun je een gewone spaarrekening openen
A
juist
B
onjuist
