Nederlands - Talent 3 vmbo-k - 4.4 bijvoeglijk nw blz. 138

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

4.4 Spelling - Bijvoeglijk naamwoord  blz. 138

uitleg en korte oefeningen

Nederlands

Talent - vmbo-k

Leerdoelen

Spelling 

• Ik weet de kenmerken van een bijvoeglijk naamwoord.
• Ik kan een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord  goed spellen.
• Ik kan een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord goed kennen.

 

Wat ik al weet.
Zelfstandig naamwoord:
- Wat zijn de kenmerken?
- Geef ook twee voorbeelden.

Antwoord - zelfstandig naamwoord (zn)

Kenmerken zelfstandig naamwoord:

• mensen                                                                        jongen, man, vrouw, Tessa, Cas
• dieren, planten                                                         paard, tulp
• dingen                                                                         telefoon, huis
• verschijnselen                                                          klimaat, storm
• er kan  een lidwoord voor                                    het paard, de vrouw
• kan meervoud of  een verkleinwoord zijn    huizen, huisje
• er kan een bijvoeglijk naamwoord voor        aardige jongen

 

Wat ik al weet.
bijvoeglijk naamwoord:
- Wat zijn de kenmerken?
- Geef ook twee voorbeelden.

Kenmerk 1 - bijvoeglijk naamwoord (bn) blz. 138

         Bijvoeglijk naamwoord  zegt iets van een zelfstandig naamwoord 

         de knappe jongen, het mooie meisje

          spellingregel:

          woord + e    (niet altijd!)

          (hip)       een hip shirt

          (slim)     een slimme opmerking

1a. Vul het woord in op de puntjes. Let op de spelling.
Ronnie Flex is een (succesvol) ................ artiest. .

1b. Vul het woord in op de puntjes. Let op de spelling.
Het groepje werkte hard om een (mooi) ................ resultaat te bereiken.

Kenmerk 2 - bijvoeglijk naamwoord (bn) blz. 138

         Stoffelijk bijvoeglijk  naamwoord =  materiaal waarvan iets gemaakt is

         gemaakt van goud:   de gouden ring

      

          spellingregel:  woord  +  -en

          gemaakt van katoen:    de katoenen broek

      

           uitzondering: als het materiaal in fabriek gemaakt is   >   geen  -en

           gemaakt van  plastic:    de plastic zak

2a. Vul het woord in op de puntjes. Let op de spelling.
Dat (hout) ............. bankje staat leuk in jouw kamer.

2b. Vul het woord in op de puntjes. Let op de spelling.
Die mooie (zijde) ............. jurk is in de uitverkoop.

2c. Vul het woord in op de puntjes. Let op de spelling.
Dat modelvliegtuig hangt met (nylon) ............. draad aan het plafond.

Kenmerk 3 - bijvoeglijk naamwoord (bn) blz. 138

        Kan afgeleid zijn van een voltooid deelwoord:

        Het meisje is verliefd .                     het verliefde meisje

        Hij heeft  cadeaus gekregen .      de gekregen  cadeaus

         spellingregel:

         neem het voltooid deelwoord en schrijf het zo kort mogelijk  (spelling moet wel kloppen)

          bewoond      het  bewoonde huis

          gewit              de  gewitte muur

          verloot           de  verlote prijs

3a. Vul het woord in op de puntjes. Let op de spelling.
Ga maar niet op die pas (geverfd) ................ stoel zitten.

3b. Vul het juiste woord in op de puntjes. Let op de spelling.
Die (vergroot) ................ foto is niet meer zo scherp als het origineel.

3c. Vul het woord in op de puntjes. Let op de spelling.
Een (ingevet) ............... huid kan beter tegen zon en koude.

Samenvatting - bijvoeglijk naamwoord (bn) blz. 138

   1.   zegt iets van een zelfstandig naamwoord 

         de knappe jongen, het mooie meisje

   2.  stoffelijk bijvoeglijk  naamwoord = materiaal waarvan iets gemaakt is

         gemaakt van goud: de gouden ring

   3.  kan afgeleid zijn van een voltooid deelwoord

        Het meisje is verliefd                       het verliefde meisje

        Hij heeft  cadeaus gekregen         de gekregen  cadeaus

Hoeveel heb je hiervan geleerd?

1. veel
2. wel wat
3. niet zoveel
4. niets, ik wist alles al

Zou je nog extra uitleg willen over het bijvoeglijk naamwoord?

1. ja
2. nee

Huiswerk

maandag 4 februari

Leren:    4.4 Spelling: bijvoeglijke naamwoorden

Maken:  4.4 Spelling: opdracht 5, 6, 7 blz. 138

Einde

Bedankt voor  jouw aandacht en bijdrage.

Goed gewerkt!