Thema 5, basisstof 4

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Leerdoelen

1. Je weet wat een mutatie is

2. Je weet hoe een mutatie kan ontstaan

3. Je kent een aantal mogelijke gevolgen van een mutatie

Chromosoom = DNA molecuul

Chromosoom = DNA molecuul

bouw v h DNA

Tekst

Wat is géén base van DNA

1. C cytosine
2. G guanine
3. A adenine
4. U uracil

Tegenover de base A (Adenine) zit in DNA altijd de base

1. A (adenine)
2. T (thymine)
3. C (cytosine)
4. G (Guanine)

Je ziet hier een stukje DNA. Van elk basepaar is één base ingevuld. Welke volgorde past in de rij met vraagtekens?

1. A-T-C-G-C-A
2. C-G-A-T-A-C
3. G-C-T-A-T-G
4. T-A-G-C-G-T

Mutaties = verandering in DNA

Mutagene

invloeden kunnen mutaties veroorzaken

Welke mutaties hebben veelal grotere gevolgen?

1. Mutaties in DNA van lichaamscellen
2. Chromosoommutaties in DNA van geslachtscellen

Mutagene invloeden kunnen zorgen voor mutaties in DNA. Wanneer zijn de (negatieve) gevolgen hiervan het grootst?

1. Bij mutaties in een lichaamscel
2. Bij mutaties in een geslachtscel

Het  ontstaan van een tumor

Verschil goedaardig en kwaadaardig gezwel

Aan de slag!

Thema 5

Basisstof 4

Opdrachten: 11 t/m 14