This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
De arbeidsmarkt
een inleiding
Slide 1 - Slide
Markt?
Slide 2 - Mind map
Markt =
plaats waar vraag en aanbod van goederen en diensten samenkomen en de prijs tot stand komt
Slide 3 - Slide
goederen diensten
Slide 4 - Mind map
Indeling markten
goederen- en dienstenmarkt
arbeidsmarkt
kapitaalmarkt (of financiële markt)
Slide 5 - Slide
tot welke markt behoort het goed of de dienst? chips
A
goederen- en dienstenmarkt
B
arbeidsmarkt
C
kapitaalmarkt
Slide 6 - Quiz
tot welke markt behoort het goed of de dienst? spaarrekening
A
goederen- en dienstenmarkt
B
arbeidsmarkt
C
kapitaalmarkt
Slide 7 - Quiz
tot welke markt behoort het goed of de dienst? knipbeurt bij de kapper
A
goederen- en dienstenmarkt
B
arbeidsmarkt
C
kapitaalmarkt
Slide 8 - Quiz
tot welke markt behoort het goed of de dienst? solliciteren
A
goederen- en dienstenmarkt
B
arbeidsmarkt
C
kapitaalmarkt
Slide 9 - Quiz
tot welke markt behoort het goed of de dienst? lenen
A
goederen- en dienstenmarkt
B
arbeidsmarkt
C
kapitaalmarkt
Slide 10 - Quiz
tot welke markt behoort het goed of de dienst? bedrijf x zoekt een boekhouder
A
goederen- en dienstenmarkt
B
arbeidsmarkt
C
kapitaalmarkt
Slide 11 - Quiz
Vraag en aanbod
Op elke soort markt hebben we vragers en aanbieders.
Slide 12 - Slide
Nikita wil nieuwe schoenen. Is dit vraag of aanbod?
A
Vraag
B
Aanbod
Slide 13 - Quiz
Torfs is een schoenwinkel. Is dit vraag of aanbod?
A
Vraag
B
Aanbod
Slide 14 - Quiz
Op de woningmarkt gaan mensen op zoek naar een huis:
A
Vraag
B
Aanbod
Slide 15 - Quiz
Op de arbeidsmarkt zoeken mensen naar werk:
A
Vraag
B
Aanbod
Slide 16 - Quiz
Om goederen- en diensten te produceren hebben bedrijven allerlei zaken nodig? Wat hebben ze nodig?
Op de volgende slide kan je dit ingeven.
Slide 17 - Slide
produceren?
Slide 18 - Mind map
Productiefactoren
Alles wat een bedrijf nodig heeft om goederen en diensten te produceren en verkopen noemen we de productiefactoren. We onderscheiden:
natuur
kapitaal
arbeid
ondernemerschap
Slide 19 - Slide
vraagcurve
De vraag staat voor de hoeveelheid producten die bij een bepaalde prijs wordt gevraagd. Van bijna alle producten wordt meer gevraagd als de prijs lager wordt: de vraagcurve is steeds dalend omdat de vraag daalt als de prijs hoger wordt.
Slide 20 - Slide
aanbodcurve
Het aanbod staat voor de hoeveelheid producten die bij een bepaalde prijs wordt aangeboden. Van bijna alle producten wordt meer aangeboden als de prijs hoger is: de aanbodcurve is stijgend omdat het aanbod stijgt als de prijs stijgt.
Slide 21 - Slide
vraag- en aanbodcurve
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Arbeidsmarkt
In de volgende lessen bespreken we de arbeidsmarkt: