This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Woordsoorten zijn lastig.
Welke woordsoort is 'zijn'?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijwoord
C
Werkwoord
Slide 1 - Quiz
zinsdelen
woordsoorten
onderwerp
lijdend voorwerp
persoonsvorm
meewerkend voorwerp
gezegde
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord
voorzetsel
lidwoorden
Slide 2 - Drag question
Spelling en persoonsvorm
Slide 3 - Mind map
Voor het bord:
Opdracht 5, blz 129 Wie o wie?
Slide 4 - Slide
Voltooid deelwoord als bijv naamwoord
Voorbeelden:
Ik heb de foto's vergroot (voltooid deelwoord )
De vergrote foto's ( gebruikt als bijvoeglijk naamwoord )
Ik heb koffie gezet (voltooid deelwoord)
De gezette koffie (gebruikt als bijvoeglijk naamwoord)
Slide 5 - Slide
Maak nu zelf bijvoeglijke naamwoorden
Bijvoorbeeld: De fiets is gestolen=de gestolen fiets. De auto is gestopt. De jongen is aan het slapen. De sleutel is verloren. De foto is vergroot. De kaboutermuts is verkleind. Ik ben verrast.
Slide 6 - Slide
Voorlezen Oorlogswinter
Voor een cijfer. Iedereen leest mee. En luistert mee.
Slide 7 - Slide
Volgende week toets! Donderdag!
Bloktoets h2. Maandag oefenen.
Slide 8 - Slide
Bedenk nu zelf twee toetsvragen!
Slide 9 - Open question
Aan de slag: Over taal.
Vanaf blz. 130. Maken 1 t/m 7.
Slide 10 - Slide
Voorlezen Oorlogswinter
Voor een cijfer. Iedereen leest mee. En luistert mee.
Slide 11 - Slide
Voor- en achtervoegsels
Gele tekst gezamenelijk lezen - blz.133 Maken 8, 9 en 10
Slide 12 - Slide
Wat vond je van de les?
Slide 13 - Open question
Afsluiten en vooruitkijken
Huiswerk 2C: Vanaf blz 130, opdrachten 1 t/m 10, behalve 5. Huiswerk 2B: Vanaf blz 130, opdrachten 1 t/m 7, behalve 5. Opdracht 3 en 4 zijn niet verplicht.