2HV §14 Betrekkelijk voornaamwoord (betr.vnw)
Met het betrekkelijk voornaamwoord
wat verwijs je naar:
- een overtreffende trap na 'het', die niet gevolgd word door een zn:
>> Dat hondje is het liefste wat ik ooit heb gezien.
- woorden als alles, datgene, diegene, het enige, niets, iets, veel, weinig:
>> Er is veel wat Jules jou nog niet verteld heeft.
- een hele zin of een deel daarvan:
>> Magda is een open boek, wat van Victor niet gezegd kan worden.