Sam zit op de middelbare school. Hij woont bij zijn ouders, zusje en broertje. Zijn ouders hebben een eigen bedrijf, zijn daar druk mee en zijn vaak niet thuis. Zijn broertje en zusje zitten op de basisschool en maken thuis veel lawaai. Sam zit op voetbal en gaat daar 3x per week naartoe. Hij heeft een leuk team. Zijn klas is wel oké en zijn mentor is aardig.
Sam zit de laatste tijd niet lekker in zijn vel en voelt zich alleen. Op school gaat het de laatste tijd ook niet heel lekker. Hij kan zich niet concentreren op de lessen en zijn cijfers gaan achteruit. Sam maakt zich wel eens zorgen over hoe het met hem gaat, maar weet niet goed wat hij kan doen.