Hoe herken je het lijdend voorwerp?
1. Wie of wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?
Susan heeft een romantische brief geschreven.
Hij waarschuwde alle deelnemers aan de Marathon van Rotterdam.
2. Als je van een actieve zin een passieve zin maakt, wordt het lijdend voorwerp het onderwerp.
Hij waarschuwde haar.
Zij werd door hem gewaarschuwd.