4.2 De industriële samenleving

4.2; De industriële samenleving
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.2; De industriële samenleving

Slide 1 - Slide

Economische veranderingen
  • Door de industriële revolutie veranderde de economische situatie.
  • Van handelskapitalisme naar productiekapitalisme
  • Ondernemers wilden zo min mogelijk regels en wetgeving om de maximale winst te behalen.
  • Kapitalisme: Economisch systeem waarbij winst maken in combinatie met weinig wet- en regelgeving centraal staat.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe de werkomstandigheden van de arbeiders waren.
  • Je kunt uitleggen hoe de leefomstandigheden van de arbeiders waren.
  • Je kunt uitleggen wat een klassenmaatschappij is en hoe die verschilde van een standensamenleving.
  • Je kunt enkele belangrijke uitvindingen noemen die in de 19e eeuw werden gedaan.
  • Je kunt uitleggen hoe de wetenschap zich in de 19e eeuw ontwikkelde.

Slide 3 - Slide

Slechte Werkomstandigheden
(weinig regelgeving)

Slide 4 - Slide

Slechte Werkomstandigheden
(weinig regelgeving)

  • Ondernemers hielden de lonen zo laag mogelijk .
  • Lange werkdagen (6 dagen per week en geen vakanties).
  • De lucht in en rondom de fabrieken was erg slecht voor de gezondheid.
  • Het werk was over het algemeen zeer gevaarlijk.
  • Bij protest werd je direct ontslagen.

Slide 5 - Slide

Slechte Werkomstandigheden
(weinig regelgeving)

  • Ondernemers hielden de lonen zo laag mogelijk .
  • Lange werkdagen (6 dagen per week en geen vakanties).
  • De lucht in en rondom de fabrieken was erg slecht voor de gezondheid.
  • Het werk was over het algemeen zeer gevaarlijk.
  • Bij protest werd je direct ontslagen.

Slide 6 - Slide

Slechte woonomstandigheden

Slide 7 - Slide

Slechte woonomstandigheden
  • Mensen woonden vlakbij de fabriek en dus ook dicht op elkaar.
  • Hele gezinnen leefden in één ruimte (slapen, eten, wassen).
  • Er was nog geen riolering: afval en uitwerpselen werden op straat of in het water gegooid.
  • Door ziektes werden de meeste mensen niet ouder dan 50 jaar. Gemiddelde leeftijd lag nog veel lager.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Klassenmaatschappij
  • Met de opkomst van de industrie veranderde de samenleving ook op drastische wijze.
  • Van standensamenleving naar een klassenmaatschappij.
  • Ondernemersklasse: Fabrikanten (in het bezit van kapitaal)
  • middenklasse: Kantoorpersoneel, winkeliers en leraren
  • arbeidersklasse: Grootste groep. Geen bezit, werkten in fabrieken en op het land

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Nieuwe uitvindingen

Slide 12 - Slide

Nieuwe uitvindingen
  • Tegen het einde van de 19e eeuw werden er steeds meer nieuwe uitvindingen gedaan als gevolg van welvaart
  • Communicatie: telegraaf, telefoon
  • Verwarming/verlichting: Gebruik van gas en van elektriciteit
  • Medisch: verdovingen, inentingen
  • Transport: de auto: door uitvinding verbrandingsmotor
  • Ondernemersklasse profiteerde hier het meeste van

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Nieuwe wetenschap
In de 19e eeuw ontstonden er nieuwe wetenschappen:
  1. de economie: studie van vraag en aanbod
  2. sociologie: studie van de samenleving
  3. psychologie en psychiatrie: studie van menselijk gedrag en geestesziektes
  4. geschiedenis
  5. biologie: evolutietheorie en darwinisme

Slide 16 - Slide

Schrijfopdracht

Slide 17 - Slide

Schrijfopdracht
Stel: Je bent 13 - 14 jaar oud, alleen dan rond het jaar 1900. Je hebt de hele week gewerkt in de fabriek bij jou in de buurt. Je wil graag naar school, maar dit gaat niet omdat je familie het geld nodig heeft om rond te komen. 

Wat: Schrijf een brief ( ongeveer half a4) aan je beste vriend of vriendin over een dag in je leven als fabrieksarbeider. 
Hoe: Doe onderzoek naar een fabriek in Friesland, gebruik aantekeningen (werk- woonsituatie)
Hulp: Internet, aantekening, docent
Tijd: 30 minuten
Uitkomst: Je kunt uitleggen hoe de woon- en werkomstandigheden van een (kind)arbeider was.
Klaar: Zelfstandig aan het werk, nabespreken

Slide 18 - Slide

Schrijfopdracht:
Tips aan de hand van jullie werk

  • Lees de aantekeningen goed door
  • Schrijf in volledige zinnen
  • Probeer je in te leven in de situatie rond 1900
  • Doe zelf nog even onderzoek naar het leven in een fabriek rond 1900

Slide 19 - Slide