hoofdstuk 2

Begrijpend lezen 
hoofdstuk 2 
1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Begrijpend lezen 
hoofdstuk 2 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen? 
  •  huiswerk bespreken 
  • tekst lezen 

Slide 2 - Slide

Huiswerk bespreken 

Slide 3 - Slide

Opdracht 
Lees de tekst. 

Stelling: 
Er moet een permanent vuurwerkverbod komen in Nederland. 

Je zoekt voor- en tegenargumenten op je iPad en schrijft deze op. 
Dit doe je voor jezelf. 


timer
15:00
tekst
https://nos.nl/artikel/2355867-kabinet-komt-voor-dit-jaar-met-algeheel-vuurwerkverbod.html 

Slide 4 - Slide

Klassikaal bespreken 
Stelling: 
Er moet een permanent vuurwerkverbod komen in Nederland. 

De helft van de klas is voor de andere tegen.
 
Regels: 
- je laat elkaar uitpraten 
- je gaat staan als je iets wil toevoegen 

Slide 5 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

Opdracht 4 nakijken  
 
grammatica zinsdelen herhalen 
naamwoordelijk gezegde 
opdrachten maken 

Slide 6 - Slide

Nakijken 
Opdracht 4 
bladzijde 43/44 

Slide 7 - Slide

Aan de slag!
Maak opdracht 4 op bladzijde 45/46 
Werk voor jezelf. 
Tot het einde van de les de tijd. 

Klaar? Kijk alvast naar grammatica zinsdelen.

Slide 8 - Slide

Grammatica zinsdelen 
Maak een samenvatting/mindmap (10 min.) van alle zinsdelen die we vorig jaar behandeld hebben. 

Je mag (op fluisterniveau) samenwerken. 
Kijk achterin je boek of op internet. 
(pv, ow, wg, lv, mv, bwb, vv)

Slide 9 - Slide

zinsdelen 
persoonsvorm 
onderwerp 
werkwoordelijk gezegde 
lijdend voorwerp 
meewerkend voorwerp 
bijwoordelijke bepaling 
voorzetselvoorwerp 

Slide 10 - Slide

Naamwoordelijk gezegde 
Zegt wat iemand is of wordt. 

Bestaat uit werkwoordelijk en naamwoordelijk deel. 

Slide 11 - Slide

Huiswerk 
Maak opdracht 1 voor vrijdag. 


Slide 12 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
- Korte test 
- nakijken huiswerk 
- opdrachten maken 

Slide 13 - Slide

Het naamwoordelijk gezegde geeft een actie aan.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Als er een naamwoordelijk gezegde staat, heb je geen lijdend voorwerp.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

Huiswerk nakijken 

Slide 16 - Slide

Aan de slag! 
Maak opdracht 2 en 4 (blz. 59)
Dit is huiswerk voor volgende week 

Je mag op fluisterniveau overleggen met je buurman/buurvrouw. 

Klaar? Lees alvast de theorie van woordsoorten. 

Slide 17 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
- even opfrissen
- behandelen grammatica woordsoorten
- aan de slag  

Slide 18 - Slide

Een naamwoordelijk gezegde is altijd een...
A
actie
B
eigenschap

Slide 19 - Quiz

Het naamwoordelijk gezegde bestaat uit:
A
alle werkwoorden
B
het nwd
C
alle werkwoorden + nwd

Slide 20 - Quiz

Er is altijd een lijdend voorwerp in een naamwoordelijk gezegde
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

Wat is hier het ng:

Met die nieuwe inrichting zal de woonkamer een stuk gezelliger worden.

Slide 22 - Open question

Stappenplan ng:
stap 1: zoek de persoonsvorm 
stap 2: zoek het onderwerp 
stap 3: zoek alle andere werkwoorden in de zin
stap 4: stel jezelf de vraag: wat + ww + ow?

ng= alle werkwoorden + [nwd]

Slide 23 - Slide

Koppelwerkwoord
- zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen. 
- staat altijd in een naamwoordelijk gezegde 
- overige werkwoorden zijn hulpwerkwoorden

Slide 24 - Slide

Kenmerken 
- persoonsvorm is nooit een koppelwerkwoord, als er meerdere werkwoorden zijn
- het koppelwerkwoord staat meestal achterin de zin

Slide 25 - Slide

Aan de slag!
Had je opdracht 2 en 4 van zinsdelen nog niet af? Maak dit eerst af. 

Werk daarna aan opdracht 1 + 2 op blz. 60. 
Je mag op fluisterniveau overleggen. 

Ben je klaar? Oefen extra op cambiumned.nl 
timer
0:20

Slide 26 - Slide

Bespreken opdracht 2 + 4
bladzijde 59

Slide 27 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

- huiswerk nakijken 
- spelling (in groepjes werken) 
- opdrachten maken 
 

Slide 28 - Slide

huiswerk nakijken 

Slide 29 - Slide

Opdracht 
groepjes van ±5 

Kies een:
- groepsleider: leid de groep en presenteert 
- informatiezoeker: zoekt de juiste informatie op
- notulist: schrijft de juiste informatie op 
- vrede-bewaker: zorgt dat alles goed verloopt in de groep, wijst iedereen op zijn taken
- tijdbewaker: let op de tijd en geluidsniveau van de groep
 

Slide 30 - Slide

Opdracht
Je gaat onderzoek doen naar een gegeven onderwerp. 
In 10 minuten maak je met elkaar een overzicht van de leerstof op een poster. 
Dit gaat de groepsleider kort (2 minuten) presenteren aan de klas. 

Slide 31 - Slide

onderwerpen 
groep 1: persoonsvorm tegenwoordige tijd 
groep 2: persoonsvorm verleden tijd 
groep 3: voltooid deelwoord 
groep 4: onvoltooid deelwoord 
groep 5: deelwoord bijvoeglijk gebruikt 
groep 6: wanneer is het de persoonsvorm? 

Slide 32 - Slide

Opdracht
Je gaat onderzoek doen naar een gegeven onderwerp met behulp van je boek en het internet. 

Maak met elkaar een overzicht van de leerstof op een poster.
 
Dit gaat de groepsleider kort (2 minuten) presenteren aan de klas. 
timer
10:00

Slide 33 - Slide

Leenwoorden 
Werkwoordspelling

Zelfde regels als bij andere werkwoorden 

Slide 34 - Slide

Aan de slag! 
Maak opdracht 2, 3 en 4 op bladzijde 67. 
Werk voor jezelf (dus in stilte) 
Dit is huiswerk voor volgende week. 

Ben je klaar? Oefen extra op cambiumned.nl of maak een samenvatting van het hoofdstuk. 

Slide 35 - Slide