Formatieve test 3.2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Testje

Wat hebben jullie onthouden van de vorige les?

Elektriciteit kan je gebruiken om het volgende te maken:

1. licht
2. beweging
3. geluid
4. licht, beweging en geluid

Hoeveel elektrische spanning zit er op het stopcontact?

1. 210 V
2. 220 V
3. 230 V
4. 240 V

Waarmee zet je elektrische energie om in beweging? Dit kan je doen met:

1. een ledlamp
2. een elektromotor
3. een natriumlamp
4. een tl-buis

Welke volgorde van kleur krijg je als je de temperatuur van een gloeidraad verhoogt?

1. wit→geel →oranje→rood
2. rood→oranje →geel→wit
3. oranje→wit →geel→rood
4. blauw→oranje →geel→wit

Kan je een elektromagneet uit- en aanzetten?

1. Ja
2. Nee

Hoe trekken twee magneten elkaar aan?

1. Als je twee zuidpolen tegen elkaar houdt
2. Als je een noord- en zuidpool tegen elkaar houdt
3. Als je twee noordpolen tegen elkaar houdt
4. Dit gebeurt niet

Wat zijn geleiders?

1. Porselein, hout en plastic
2. Metalen

Welke eenheid hoort bij vermogen?

1. Ampère
2. Volt
3. Watt
4. Seconde

Wat is een voorbeeld van een isolator?

1. Koper
2. Plastic
3. Aluminium
4. Zink

Hoe bereken je het vermogen?

1. P = U/I
2. P = I/U
3. P = U x I
4. P = I x U

Een ledlamp bevat een gas dat licht geeft als er elektrische stroom doorheen gaat.

1. Waar
2. Niet waar

Wat geeft de meter aan?

1. 3,0 A
2. 0,03 A
3. 0,3 A