Toetsbespreking

Salvete omnes!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvmbo lwoo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Salvete omnes!

Slide 1 - Slide

Bespreken toets
Elke fout in een woord is -0,5
(ev/mv, nom/acc, tijd, woord vergeten, etc)

Slide 2 - Slide

Subito Caesar, [...,] uxoris
dulcem vocem audivit
A
Plotseling hoorde Caesar de echtgenote met haar stem
B
Plotseling hoorde Caesar de stem van zijn zoete echtgenote
C
Plotseling hoorde Caesar de zoete stem van zijn echtgenote

Slide 3 - Quiz

postquam domum iam reliquit,
A
nadat hij het huis heeft verlaten
B
nadat hij het huis had verlaten
C
nadat hij het huis verlaat
D
nadat hij het huis heeft verlaten

Slide 4 - Quiz

Eum enim vocavit:
A
ze riep hem immers:
B
hij riep haar immers:

Slide 5 - Quiz

“Caesar, tibi narrare cupio de somnio meo haud laeto.
A
Caesar, ik vertel jou mijn droom die helemaal niet blij was
B
Caesar, ik wil jou vertellen over mijn helemaal niet blije droom
C
Caesar, ik wil jou vertellen over mijn droom die helemaal niet blij was
D
Caesar, ik vertel jou over mijn verlangen en mijn droom dat ik helemaal niet blij ben

Slide 6 - Quiz

Nocte enim superiore …”
A
Want in de vorige nacht...
B
Want vorige nacht...

Slide 7 - Quiz

Caesar constitit et feminae dixit:

A
Caesar blijft staan en zegt tegen de vrouw
B
Caesar blijft staan en de vrouw zegt
C
Caesar bleef staan en zei tegen de vrouw
D
Caesar bleef staan en de vrouw zei

Slide 8 - Quiz

Calpurnia cara, tace et desine
sollicitari.
A
Geliefde Calpurnia, zwijg en houd op met ongerust zijn
B
Geliefde Calpurnia, zwijg en houd op. Ik ben ongerust.

Slide 9 - Quiz

Mox domum redibo."
A
Ik zal spoedig naar huis terugkeren
B
Ik zal naar huis terugkeren

Slide 10 - Quiz

Cave, Caesar.
A
Pas op, Caesar
B
Een grot, Caesar

Slide 11 - Quiz

Si intras, eris magno in periculo!
A
Als je binnengaat, zal je in groot gevaar zijn!
B
Als je binnen zal gaan, zal je in groot gevaar zijn!
C
Zoals jij binnengaat, zal je in groot gevaar zijn!

Slide 12 - Quiz

Tum iniuriam avertere non iam poteris.”
A
Dan zal het onrecht niet meer tegen je keren
B
Dan zal je het onrecht niet meer af kunnen wenden

Slide 13 - Quiz

Caesar autem risit et in aedificio, ubi omnes iam aderant
senatores, processit.
A
Caesar lachte echter en ging naar binnen in het gebouw, waar alle senatoren al aanwezig waren geweest
B
Caesar lachte echter en ging naar binnen in het gebouw, waar alle senatoren al naar binnen waren gegaan
C
Caesar lachte echter en ging naar binnen in het gebouw, waar alle senatoren al toegevoegd waren
D
Caesar lachte echter en ging naar binnen in het gebouw, waar alle senatoren al aanwezig waren

Slide 14 - Quiz

Ut Caesarem viderunt
A
Zodra Caesar ze zag
B
Zodra ze Caesar zagen
C
Zodra ze Caesar hadden gezien
D
Zodra Caesar ze had gezien

Slide 15 - Quiz

omnes ingens simulabant gaudium.

veinsden = deden alsof :-)

A
veinsden allen grote vreugde
B
veinsden alle groten vreugde
C
veinsden allen zwaarden

Slide 16 - Quiz

Primum unus ex senatoribus Caesari appropinquavit et ei epistolium parvum tradidit.

A
Eerst naderde één senator Caesar en heeft een briefje overhandigd
B
Eerst naderde een senator Caesar en heeft hem een briefje overhandigd
C
Eerst naderde één uit de senatoren Caesar en overhandigde hem een klein briefje
D
Eerst was een senator genaderd en overhandigde hem een klein briefje

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Les 17: Funus

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide