Interpunctie & Leestekens 1

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Wat heeft geen hoofdletter?
A
Engels
B
Amsterdamse
C
Noorden
D
Peugeot

Slide 3 - Quiz

'47 Bouwvakkers gingen aan het werk.'
Is dat goed?
A
Ja, dat is correct.
B
Nee, Bouwvakkers moet met een kleine letter.
C
47 moet zevenenveertig worden

Slide 4 - Quiz

Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
Dominee
B
Nasi
C
Tennis
D
Nike

Slide 5 - Quiz

Wanneer gebruik je géén hoofdletter?
A
Namen van winkels
B
Familienamen
C
Namen van maanden
D
Namen van musea

Slide 6 - Quiz

Interpunctie
Punten
Uitroeptekens
vraagtekens
komma's
dubbele punten
aanhalingstekens (".........")
Hoofdlettergebruik

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Als je een uitleg of toelichting geeft van iets gebruik je?
A
Dubbelepunt
B
Komma
C
Puntkomma
D
Punt

Slide 9 - Quiz

Welk leesteken mist er in de zin?
Dat is morgen, zei Gerrit.
A
Dubbele punt
B
Aanhalingstekens
C
Komma
D
Uitroepteken

Slide 10 - Quiz

Welk leesteken moet aan het eind van onderstaande zin komen?
Hoe gaat het met je
A
Vraagteken
B
Uitroepteken
C
Punt

Slide 11 - Quiz

Welk leesteken hoort er achter de zin?

Ik ben blij dat het bijna vakantie is

A
een punt
B
een uitroepteken
C
een vraagteken
D
niets

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Een puntkomma gebruik je......
A
bij een opsomming
B
bij een gedachte
C
bij het begin van een zin
D
om twee zinnen te verbinden

Slide 15 - Quiz

Waar komt de puntkomma?

Zij heeft een nieuw kapsel het staat haar heel goed.
A
Na "kapsel"
B
Na "het"
C
Na "haar"
D
Na "heel"

Slide 16 - Quiz

Waar komt de puntkomma?

Het concert is morgen er worden veel mensen verwacht.
A
Na "concert"
B
Na "is"
C
Na "morgen"
D
Na "veel"

Slide 17 - Quiz

Waardoor kun je vaak een puntkomma vervangen?
A
een komma
B
en
C
je kunt de puntkomma niet vervangen

Slide 18 - Quiz