Dit zijn de onderwerpen die voorkomen in de toets:
- meervouden
- verkleinwoorden
- stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden
- sommige(n)/andere(n)/alle(n)/enkele(n)
- samenstellingen
- wanneer streepje in samenstellingen
- werkwoordspelling tt
- werkwoordspelling vt
- hoofdlettergebruik <
- leestekens
- au/ou
- trema in werkwoorden/meervouden
- schrijven van getallen