WRE 2TN - Grammatica WS - Pers. en bez. vnw

WELKOM BIJ NEDERLANDS!
  • Pak je materiaal voor (boek en schrift)
  • Je hoeft niet in te loggen in LessonUp.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

WELKOM BIJ NEDERLANDS!
  • Pak je materiaal voor (boek en schrift)
  • Je hoeft niet in te loggen in LessonUp.

Slide 1 - Slide

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Cursus 5 - Grammatica WS
1. Lesdoelen
2. Herhalingsopdracht
3. Uitleg: persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
4. Samen oefenen
5. Zelfstandig werken
6. Afronden

Slide 2 - Slide

  • Je leert wat een persoonlijk voornaamwoord is
  • Je leert wat een bezittelijk voornaamwoord is
  • Je leert persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden herkennen in een tekst
Lesdoelen

Slide 3 - Slide

Benoem van onderstaande zinnen de zelfstandige naamwoorden, lidwoorden, werkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en voegwoorden:
1. Een oude man loopt langzaam door het park, maar hij stopt om te rusten.
2. De grote olifant zwemt rustig door de rivier omdat het warm is.
3. De grijze muis loopt over het stenen pad, maar is bang voor de zwarte kat.
4. De hardwerkende leerlingen uit 2TN kunnen nu alle woordsoorten benoemen en herkennen.
Herhalingsopdracht
timer
5:00

Slide 4 - Slide

Persoonlijk
voornaamwoord
Een persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een persoon, dier of ding:

  • Wij gaan een weekendje weg.
  • Onze kat slaapt overdag, omdat hij 's nachts buiten rondloopt.
  • Ik heb je bericht ontvangen, maar ik heb het nog niet gelezen.

Slide 5 - Slide

Persoonlijk
voornaamwoord
Let op: het woordje het is alleen een persoonlijk voornaamwoord als het niet bij een zelfstandig naamwoord is en wel een duidelijke betekenis heeft. 

Wel pers vnw: Dit verhaal is heel interessant, dus ik heb het in avond uitgelezen.
Niet pers. vnw : Heb jij het huisdier van Emma gezien?

Slide 6 - Slide

Lees de volgende zinnen goed door en benoem de persoonlijke voornaamwoorden in elke zin.

1. Hij heeft zijn boek vergeten op school, maar ze kan het later ophalen.
2. Zij heeft de wedstrijd gewonnen, maar ik had niet verwacht dat hij zo snel zou zijn.
3. Jullie moeten goed opletten tijdens de uitleg, want we gaan zo een toets maken.
4. Ik ga niet naar de winkel, omdat jij het al voor mij hebt gedaan.
Opdracht pers. vnw
timer
3:00

Slide 7 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord
Een bezittelijk voornaamwoord
geeft aan van wie iets is. Het staat altijd voor het zn waar het bij hoort.

  • Jullie tuin.
  • Mijn telefoon.
  • Jouw huis.

Slide 8 - Slide

Lees de volgende zinnen goed door en benoem de bezittelijke voornaamwoorden in elke zin.

1. Dit is mijn favoriete boek, maar ik heb jouw boek nog niet teruggegeven.
2. Zijn moeder heeft haar jas laten liggen op hun stoel in de woonkamer.
3. Onze hond speelt altijd met zijn bal, maar jullie hond is liever rustig.
4. Ze heeft haar spullen gepakt, maar zijn tas ligt nog op de grond.
Opdracht pers. vnw
timer
3:00

Slide 9 - Slide

Zelfstandig werken
Wat:
Basis: opdracht 1 tot en met 4 (blz. 206-207)
Kader: opdracht 1 tot en met 6 (blz. 210-211)
Hoe:
Zelfstandig. Zet de antwoorden in je schrift.
Hulp:
Het groene kader in je boek.
Tijd:
Tot de laatste vijf minuten van de les.
Klaar:
Kiezen uit:
- Puzzels achterin het lesboek maken
- Extra oefenen in de online methode
- Oefentoetsen maken in de online methode
- Leesboek lezen
ZELFSTANDIG WERKEN

Slide 10 - Slide

  • Je leert wat een persoonlijk voornaamwoord is
  • Je leert wat een bezittelijk voornaamwoord is
  • Je leert persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden herkennen in een tekst
Lesdoelen

Slide 11 - Slide