Les 2 - Hst. 8.1

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom bij Nask

Klas 2

Hoofdstuk 8

Kracht en beweging

Leerdoelen

Aan het einde kun je antwoord geven op deze vragen:

- Wat kun je met een kracht?

- Hoe teken je een kracht?

Welke krachten zijn er?

• Zwaartekracht
  
• Spankracht
  
• Normaalkracht
  
• Veerkracht
  
• Spierkracht
  
• Kleefkracht
• Stuwkracht / Motorkracht

• Magnetische kracht
• Windkracht

• Wrijvingskracht

1. Luchtwrijving
2. Rolwrijving

Hoe meet je krachten?

De krachtmeter is bedacht door
Sir Isaac Newton.

De eenheid is Newton (N)

Wat kun je met een kracht?

Krachten kun je niet zien, maar de gevolgen wel:

- De vorm kan veranderen.

- De snelheid kan veranderen.

- De richting kan veranderen. 

Hoe teken je een pijl?

Krachten kun je niet zien, maar om het toch te begrijpen tekenen we ze met een pijl.

 

Een pijl heeft:

• Een aangrijpingspunt (waar de kracht begint)
• Een richting
• Een grootte

Werkblad: 'Krachten tekenen'

Opdracht 1:

Het poppetje duwt de kist naar links met een kracht van 80 N.

Schaal: 1 cm = 10 N 

• Teken de kracht van het poppetje op de kist. 

Werkblad: 'Krachten tekenen'

Opdracht 2:

Het poppetje duwt de kist naar links met een kracht van 120 N.

De kist heeft een zwaartekracht van 300 N.

Schaal: 1 cm = 60 N 

• Teken de kracht van het poppetje op de kist. 
• Teken de zwaartekracht van de kist.

Werkblad: 'Krachten tekenen'

Opdracht 3:

Het poppetje duwt de koelkast naar rechts met een kracht van 300 N. De koelkast heeft een massa van 40 kg.

Schaal: 1 cm = 100 N 

• Teken de kracht van het poppetje op de koelkast. 
• Teken de zwaartekracht van de koelkast.

Noem 5 verschillende krachten:

Welke kracht zorgt ervoor dat
deze jongen omhoog gaat?

1. Zwaartekracht
2. Magnetische kracht
3. Veerkracht
4. Windkracht

Welke eenheid hoort bij kracht?

1. Ampere
2. Volt
3. Kilogram
4. Newton

Hoe groot is de zwaartekracht als je 70 kg weegt?

1. 70 N
2. 700 N
3. 7 N
4. 0,7 N

Wat kan een kracht NIET veranderen?

1. Massa
2. Vorm
3. Snelheid
4. Richting

De zwaartekracht teken je altijd

1. naar boven
2. naar links
3. naar rechts
4. naar beneden

Hoe groter de kracht, hoe ....... de pijl

1. kleiner
2. langer
3. breder
4. mooier

Aan de slag:

Hoofdstuk 8.1