les 55- 16-06-2022

1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Jeudi 16 juin


- Faire un exercice avec le passé-composé


- Apprendre pour le contrôle du passé-composé
- Apprendre les verbes "-er" avec Quizlet 
- Explication vidéo passé-composé sur Weebly


Slide 2 - Slide

De passé composé is de tijd van
timer
0:20
A
je mange
B
je vais manger
C
j'ai mangé
D
je suis mangé

Slide 3 - Quiz

visiter in de passé composé
A
j'ai visité(e)
B
je suis visité
C
j'ai visité
D
je suis visité(e)

Slide 4 - Quiz

Wat is de passé composé van prendre?
A
J'ai pris
B
J'ai prené
C
J'ai pu
D
J'ai voulu

Slide 5 - Quiz

Passé Composé: Hij heeft gedaan
timer
0:10
A
Il a fait
B
Il as fairé
C
Ils ont faire
D
Il est fait

Slide 6 - Quiz

Passé Composé: Ik heb gespeeld
A
Je suis jouer
B
Je ai joue
C
J'ai jouer
D
J'ai joué

Slide 7 - Quiz

Passé Composé: Ik ben geweest
timer
0:10
A
Je suis être
B
Je suis êté
C
J'ai été
D
J'ai être

Slide 8 - Quiz

De passé composé bestaat uit:
A
onderwerp + persoonsvorm
B
onderwerp + gezegde
C
hulpwerkwoord + voltooid deelwoord
D
hulpwerkwoord + persoonsvorm

Slide 9 - Quiz

Hij heeft gezongen (in de passé composé)
A
Il a chanté
B
Elle a chanté
C
Il est chanté
D
Il a chante

Slide 10 - Quiz

Wat is de passé composé van VOULOIR?
A
nous avons vu
B
nous avons voulu
C
elle a voulu
D
b en c zijn beide goed

Slide 11 - Quiz

Wat is de passé composé van POUVOIR?

A
tu as pu
B
tu as peux
C
nous avons peux
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 12 - Quiz

Wat is de passé composé?
A
De tegenwoordige tijd (ik dans)
B
De verleden tijd (ik danste)
C
De voltooide tegenwoordige tijd (ik heb gedanst)
D
De voltooide verleden tijd (ik had gedanst)

Slide 13 - Quiz

De passé composé maak je met ......
A
1 werkwoord
B
2 werkwoorden

Slide 14 - Quiz

Passé Composé: Hij heeft gedaan
A
Il a fait
B
Il as fairé
C
Ils ont faire
D
Il est fait

Slide 15 - Quiz

Welke is GEEN Passé Composé?
A
il parle
B
ils ont parlé
C
j'ai parlé
D
nous avons parlé

Slide 16 - Quiz

téléphoner- passé composé - je
A
Je suis téléphoné
B
J'ai téléphoné
C
Je suis téléphonée
D
J'ai téléphonée

Slide 17 - Quiz

ik ben geweest (passé composé)
A
je suis été
B
j'ai été
C
j'ai êtré
D
je suis êtré

Slide 18 - Quiz

Wat is de passé composé van VOULOIR?
A
nous avons vu
B
nous avons voulu
C
elle a eu
D
vous avez fait

Slide 19 - Quiz

Wat is de passé composé van POUVOIR?

A
tu as pu
B
tu as peux
C
nous avons peux
D
elle a eu

Slide 20 - Quiz

Wat is de PASSÉ COMPOSÉ van
'Je parle'?
A
J'ai parlé
B
J'ai parlu
C
Je parlé
D
Je parlu

Slide 21 - Quiz

wat is niet waar over
de passé composé
A
het bestaat uit 2 delen
B
om te vertellen wat je gaat doen
C
bestaat uit een vorm van avoir + voltooid deelwoord
D
-er -> é✅

Slide 22 - Quiz

Les devoirs
(het huiswerk)
Vendredi 17 juin: SO Passé-composé + liste verbes - ER

Slide 23 - Slide

Na unité 2 kun je.....
  1. een vlog begrijpen over mobiele telefoons
  2. teksten en gesprekken begrijpen over mobiele communicatie
  3. een probleem uitleggen en om hulp vragen
  4. persoonlijke gegevens invullen op een formulier

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide