Cours 2 - Les couleurs

1 / 30
next
Slide 1: Slide
FransBasisschoolGroep 1,7,8

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Aan het einde van deze les:  
- Weet jij wat rood, geel, groen, blauw, roze, oranje, bruin, zwart en wit betekenen in het Frans. 

- Heb jij de getallen 1 t/m 20 hehaalt. 




Slide 2 - Slide

Wat is jouw naam (voor- en achternaam) je nationaliteit, jouw leeftijd en op welke basisschool zit je?

Slide 3 - Open question

Luister en kijk  goed naar het liedje en ontdek hoe de kleuren heten in het Frans.
Beantwoord daarna de vragen. Bonne chance! Succes!



Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Een banaan is ...
A
jaune
B
bleu
C
rose
D
vert

Slide 6 - Quiz

De hemel is ...
A
rouge
B
bleu
C
vert
D
noir

Slide 7 - Quiz

Tomaten zijn ...
A
rouge
B
vert
C
orange
D
blanc

Slide 8 - Quiz

De panther is ...
A
violet
B
orange
C
blanc
D
rose

Slide 9 - Quiz

Haar heeft vaak de kleur ...
A
arc en ciel
B
bleu
C
marron
D
vert

Slide 10 - Quiz

Kiwi's zijn ....
A
vert
B
orange
C
noir
D
rouge

Slide 11 - Quiz

Sneeuw is ...
A
rouge
B
vert
C
noir
D
blanc

Slide 12 - Quiz

Sinaasappelen zijn ...
A
orange
B
vert
C
jaune
D
rose

Slide 13 - Quiz

'S nachts is het ...
A
bleu
B
noir
C
rose
D
blanc

Slide 14 - Quiz

Even kijken of je het goed had onthouden! 

Slide 15 - Slide

rouge betekent:

Slide 16 - Open question

vert betekent:

Slide 17 - Open question

jaune betekent:

Slide 18 - Open question

bleu betekent:

Slide 19 - Open question

noir betekent

Slide 20 - Open question

Luister en kijk  goed naar het liedje over de getallen 1 t/m 20. Beantwoord daarna de vragen. Bonne chance! Succes!



Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

3 is in het Frans trois
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz

10 is in het Frans quatre
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quiz

8 is in het Frans huit
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz

19 is in het Frans
A
neuf
B
dix-neuf

Slide 26 - Quiz

un, deux, trois betekent
A
1,2,3,
B
4,5,6
C
7,8,9

Slide 27 - Quiz

1 is in het Frans
A
un
B
deux

Slide 28 - Quiz

huit, neuf, dix betekent
A
1,2,3
B
4,5,6
C
8,9,10

Slide 29 - Quiz

Merci et au revoir!

Slide 30 - Slide