PGFB03 - Les 11 - Herhaling H48 en H49

PGFB03 Les 11
Herhaling 48 en 49

Henriëtte Hogenhout
h.hogenhout-haverhals@aeres.nl
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieHBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

PGFB03 Les 11
Herhaling 48 en 49

Henriëtte Hogenhout
h.hogenhout-haverhals@aeres.nl

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Het tentamen PBFG3 is op:
Woensdag 8 januari
11:15-12:45

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Het tentamen zelf
Alleen Multiple Choice

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
Herhaling 

Hoofdstuk 48 (actiepotentiaal & synapsen)
Hoofdstuk 49 (hersenen)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Bijzondere casus
Synesthesie

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Synesthesie

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Synesthesie
Stel dat er op een dag een buitenaards wezen landt in jouw achtertuin. Het wil graag met je communiceren, maar zijn taal is anders, net als het schrift. Het wezentje toont je twee karakters uit zijn alfabet. ‘KiKi’ zegt het wezen en ‘BuBa’. Welk teken is KiKi en welk BuBa?
https://www.nemokennislink.nl/publicaties/synesthesie-kleuren-horen-klanken-zien/

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Synesthesie (gezamelijk waarnemen)
Vermenging van zintuigen
  • Letters/cijfers hebben een bepaalde kleur
  • Kleuren proeven
  • Geluiden zien
  • Spiegelaanrakingssynesthesie

Slide 8 - Slide

Vroeger dacht men dat dit gekoppeld was aan herinneringen; een blauwe 5 op blokken waar vroeger mee gespeeld werd.
Referentie
https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/4/48/Synestheticwiki3.png

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Referentie
Referentie: http://www.psyblog.nl/wp-content/uploads/2014/12/Synesthesie-1.png

Slide 11 - Slide

Referentie: 
Onderzoek van Ramachandran

Als voorbeeld nemen we de verwerking van visuele informatie, in het bijzonder die van kleur en vorm. Licht dat op het netvlies valt, veroorzaakt zenuwactiviteit in het oog. Die verplaatst zich via de oogzenuw en een paar tussenstations naar de primaire visuele cortex. Dat is een deel van het brein achterin je hoofd. Daar wordt de visuele informatie opgesplitst, doorgestuurd en verwerkt in een aantal gespecialiseerde hersengebieden. Informatie over de kleur van een appel belandt in een ander gebiedje dan informatie over de plek waar die appel ligt. Ieder gebiedje stuurt de informatie dan steeds weer door naar een volgend gebiedje. In de hersenen bevinden zich als het ware ‘paden’ van zenuwen die zich specifiek bezighouden met bepaalde aspecten van het zien. Het ‘kleurenpad’ bevat bijvoorbeeld een serie van hersengebieden die steeds complexere kleuren-informatie lijken te coderen.
Ook cijfers worden in stapjes verwerkt. Opvallend is dat de verwerking van cijfers plaatsvindt in hersengebiedjes (afbeelding 4, V4) die vlak bij kleurengebieden liggen en die fusiforme en angulaire gyrus heten. Bewezen is het nog niet, maar mogelijk zijn deze kleur- en cijfergebieden bij synestheten met elkaar verbonden. Zo wordt er kleureninformatie aan een cijfer toegekend. De synestheet ziet dan een cijfer maar neemt tegelijkertijd een kleur waar omdat er hersenactiviteit uit een kleurengebiedje komt. Op deze manier zijn alle vormen van synesthesie te verklaren: kleurverwerking in het brein vindt plaats op een plek dichtbij het gebied van toonhoogteverwerking. Gebiedjes waar tast- en smaakinformatie worden verwerkt, liggen ook vlakbij elkaar.
http://www.psyblog.nl/wp-content/uploads/2014/12/Synesthesie-1.png
Referentie
Referentie:
http://www.psyblog.nl/wp-content/uploads/2014/12/Synesthesie-1.png

Slide 12 - Slide

Referentie:
http://www.psyblog.nl/wp-content/uploads/2014/12/Synesthesie-1.png
Herhaling - Hoe?
  • Quiz à la 'Dokters vs Internet'

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Spelregels 
  1. Iedereen meldt zich aan voor LessonUp
  2. Er zijn 5 casussen.
  3. +/- 5 minuten voor het opzoeken van de antwoorden.
  4. +/- 5 minuten nabespreken per casus

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Per casus
Beantwoord je 3 vragen:
  1. Wat is volgens jullie groepje de juiste diagnose (in LessonUp)
  2. Waarom denken jullie dat dit de goede diagnose is?
  3. Wat gebeurt er bij deze diagnose precies in het lichaam?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Casus 1
Patiënt A, vrouw en 53 jaar oud, woonachtig in Amsterdam, komt samen met haar man bij de dokter met de volgende klachten:
1. Val waarbij het hoofd de grond heeft geraakt.
2. Verward
Tijdens het afnemen van de anamnese vraagt de arts of de patiënt net naar Amsterdam is verhuisd, omdat haar accent hem aan familie uit het Gooi doet denken. Dit blijkt niet het geval.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Waar heeft Patiënt A last van?
A
Broca-afasie
B
Dysartrie
C
Foreign accent syndroom
D
Verbale apraxie

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Casus 2
Patiënt B is naar de neuroloog doorgestuurd met de volgende klachten:
1. Minder goed kunnen lopen
2. Aantasting van de spraak

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Waar heeft Patiënt B last van?
A
ALS
B
Dwarslaesie
C
ME
D
MS

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Casus 3
Na een beroerte is patiënt C, man, 70 jaar oud, in het ziekenhuis terechtgekomen. Bij een onderzoek door de neuroloog wordt hem gevraagd om het schilderij aan de muur te omschrijven. Hierbij beschrijft patiënt C een heel ander schilderij dan dat er aan de muur hangt. Als de neuroloog dit aangeeft, ontkent patiënt C dat er iets aan de hand is.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Waar heeft Patiënt C last van?
A
Appercertieve agnosie
B
Blindzien
C
Cerebrale visuele inperking
D
Syndroom van Anton

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Casus 4
Patiënt D loopt al jaren bij de neuroloog. Patiënt D is een vrouw van 38 jaar oud, en ervaart met name in de ochtend spierzwakte in de armen en benen. Gedurende de dag worden de symptomen minder.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Waar heeft Patiënt D last van?
A
Gebruik van cocaïne
B
Myastenia gravis
C
Syndroom van Lambert-Eaton
D
Ziekte van Pelizaeus-Merzbacher

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Casus 5
Na een auto-ongeluk ligt Patiënt E, een man van 18 jaar oud, op de Intensive Care. Op aanraking van de verpleging vindt er geen reactie plaats. Wel lijkt de patiënt, bewust of onbewust, zijn ogen verticaal te kunnen bewegen. 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Waar heeft Patiënt E last van?
A
Coma
B
Locked-in-Syndroom
C
Onder narcose
D
Slaap

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

En dan nu...
evalueren :-) 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

To do..
  1.  Oefententamen voor een volgende keer --> niet verplicht!
         Als er tijd overblijft na het bespreken:
   2.  Gelegenheid om vragen over de tentamenstof te stellen

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Vragen?

Slide 30 - Slide

This item has no instructions