Hoofdstuk 1 lezen les 1 2havo
1 / 15
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wat is de dubbelzinnigheid in deze zin :
Tante Lien is aan de lijn.
Tante Lien is aan de lijn.
Slide 3 - Mind map
Wat is de dubbelzinnigheid in deze zin :
Adele gaat alleen op vakantie in de zomermaanden.
Adele gaat alleen op vakantie in de zomermaanden.
Slide 4 - Mind map
Wat is de dubbelzinnigheid in deze zin :
De Canadese boer vertelt over zijn Nederlandse wortels.
De Canadese boer vertelt over zijn Nederlandse wortels.
Slide 5 - Mind map
2 Toiletbezoek levert een hoop op.
Toiletbezoek levert een hoop op.
Toiletbezoek levert een hoop op.
A
Toiletbezoek levert veel geld op.
B
Bij toiletbezoek wordt er een hoop (fecaliën, uitwerpselen) geproduceerd.
Slide 6 - Quiz
Meisjes lopen weg uit instelling, allen terecht.
A
Het is in alle gevallen terecht dat de meisjes zijn weggelopen.
B
Na het weglopen zijn alle meisjes weer terecht (=gevonden).
Slide 7 - Quiz
Tennisclub wil geen eikels op de baan.
A
De tennisclub wil geen vruchten van eikenbomen op de baan hebben.
B
De tennisclub wil geen vervelende kerels op de baan hebben.
Slide 8 - Quiz
Aantal asielzoekers bevroren.
A
Het aantal asielzoekers (bijvoorbeeld dat toegelaten wordt), zal niet toenemen.
Het aantal asielzoekers (bijvoorbeeld dat toegelaten wordt), zal niet toenemen.
B
Er is een aantal asielzoekers door de vrieskou bevroren geraakt.
Slide 9 - Quiz
Speurtocht naar bevers in een kano.
A
Er is een speurtocht naar bevers die in een kano varen.
B
Er is een speurtocht per kano naar bevers.
Slide 10 - Quiz
Wat is dit? 'Het is hier een zwijnenstal'
A
Woordspeling
B
Beeldspraak
Slide 11 - Quiz
Wat is dit? 'De cursus lassen voor beginners is afgelast'
A
Woordspeling
B
Beeldspraak
Slide 12 - Quiz
Wat is dit? 'De stad is een jungle'
A
Woordspeling
B
Beeldspraak
Slide 13 - Quiz
Wat is dit? 'De oude brandweerman maakte een uitgebluste indruk'
A
Woordspeling
B
Beeldspraak
Slide 14 - Quiz
Wat is dit? 'Zijn buik lijkt wel een luchtballon'
A
Woordspeling
B
Beeldspraak
