Dilemma H3

Dilemma H3
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Dilemma H3

Slide 1 - Slide

Om mee te beginnen:
- Waarom heet het verhaal 'Dilemma?'  

Slide 2 - Slide

Voor vandaag: 
-Ik kan met behulp van de behandelde theorie vragen beantwoorden. 
- Ik kan stijlfiguren herkennen.
- Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen een pleonasme en een tautologie. 

Slide 3 - Slide

Aan de slag!
In duo's (twintig minuten)
Eerder klaar? Zie bord. 
Vragen? Stel ze gerust.

Opdracht: 
- Maak de de verwerkingsvragen van Dilemma af. Let op (werkwoord)spelling en leestekens en formuleer jouw antwoorden in volledige zinnen. 

Slide 4 - Slide

Om mee te beginnen:
Welke thema's herken je in Dilemma? 

Slide 5 - Slide

Voor vandaag: 
,- Ik kan in mijn eigen woorden uitleggen wat stijlmiddelen zijn
- Ik kan in mijn eigen woorden uitleggen wat de volgende stijlmiddelen inhouden: vergelijking, metafoor, personificatie en metonymia. 
- Ik kan in mijn eigen woorden uitleggen wat de volgende stijlmiddelen inhouden: drieslag, opsomming, climax, herhaling, understatement, eufemisme, hyperbool, tegenstelling, pleonasme en tautologie.  

Slide 6 - Slide

Aan de slag!
Groepjes van drie/vier personen (30 min)
Eerder klaar? Zie bord.
Vragen? Stel ze gerust. 

Opdracht: 
1. Leg in je eigen woorden uit wat de stijlmiddelen betekenen. 
2. Geef per stijlmiddel een bijpassende voorbeeldzin. 

De stijlmiddelen: vergelijking, metafoor, personificatie en metonymia. EN
Drieslag, opsomming, climax, herhaling, understatement, eufemisme, hyperbool, tegenstelling, pleonasme, tautologie en litotes. 


Slide 7 - Slide

Stijlfiguren
Pleonasme: een eigenschap van een zak of persoon uitdrukkelijk omschrijven door toevoeging van een ander woord. 

- Witte sneeuw
- Ronde cirkel. 

Tautologie: twee woorden die hetzelfde betekenen. 

- Voor eeuwig en altijd. 
- Gratis en voor niets!

Slide 8 - Slide

Aan het werk en aan de slag!
In duo's (tien minuten) 
Vragen? Stel ze gerust!

Opdracht: 
- Maak H4 woordenschat opdracht een en twee. 
- Maak H2 woordenschat opdracht een en twee. 
- Maak H3 woordenschat opdracht een en twee. 

Slide 9 - Slide

Afsluitende verschil
Wat is het verschil tussen een pleonasme en een tautologie?

Slide 10 - Slide