What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
KERN 48 + 49_Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
Wat gaan we doen....
- nakijken
- terugblik
- uitleg les 48
- zelfstandig werken
- afsluiting
1 / 42
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
42 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat gaan we doen....
- nakijken
- terugblik
- uitleg les 48
- zelfstandig werken
- afsluiting
Slide 1 - Slide
Nakijken
Les 47 opdracht 3 t/m 7.
Slide 2 - Slide
Terugblik vorige lessen
Slide 3 - Slide
Hoe noemen we deze werkwoorden met een duidelijke betekenis?
A
zelfstandige werkwoorden
B
hulpwerkwoorden
C
koppelwerkwoorden
Slide 4 - Quiz
Wat zijn de zelfstandige werkwoorden?
Op school mogen leerlingen nog altijd geen kauwgom eten.
A
mogen
B
eten
C
mogen eten
Slide 5 - Quiz
Benoem het werkwoord.
We zullen jullie niet storen.
zullen =
A
hulpwerkwoord
B
koppelwerkwoord
C
zelfstandig werkwoord
Slide 6 - Quiz
Wat is in onderstaande zin het zelfstandige werkwoord?
Hij wil morgen voetballen ondanks zijn blessure.
A
wil
B
zijn blessure
C
voetballen
D
Hij
Slide 7 - Quiz
Vul het juiste vaste voorzetsel in:
Ik hou ... mijn hond. (T1)
A
op
B
van
C
tijdens
D
sinds
Slide 8 - Quiz
Vul het juiste vaste voorzetsel in:
Ik erger me ... mijn broer. (T1)
A
in
B
tijdens
C
op
D
aan
Slide 9 - Quiz
Les 48
Lesdoel: Je leert hoe je persoonlijke voornaamwoorden herkent in een zin.
Slide 10 - Slide
Noem drie persoonlijk voornaamwoorden
Slide 11 - Open question
Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
A
Mijn, jouw, haar, uw, ons, jullie etc.
B
Ik, jij, hij, zij, wij, jullie etc.
C
Wijst iets aan: deze, die, dit en dat
D
Plakt twee zinnen aan elkaar
Slide 12 - Quiz
Weet je nog wat persoonlijke voornaamwoorden zijn? Zoek het persoonlijk voornaamwoord.
A
zijn
B
ik
C
jouw
D
mijn
Slide 13 - Quiz
Zij heeft aan hem verkering gevraagd.
Het persoonlijk voornaamwoord is /
de persoonlijke voornaamwoorden zijn...
A
Zij
B
Zij, aan
C
hem
D
zij, hem
Slide 14 - Quiz
Hoeveel persoonlijke voornaamwoorden staan er in onderstaande zin?
Zij gaf hem het boek, omdat ze dacht dat hij het leuk zou vinden.
Slide 15 - Open question
Wat is GEEN persoonlijk voornaamwoord?
A
Zij
B
Men
C
Mijn
D
Ik
Slide 16 - Quiz
Had je de zes voorafgaande vragen goed of één fout?
>>> Ga verder met vraag 1, 2, 4, 8 en 10
op bladzij 100 en 101.
Had je moeite met de voorafgaande vragen?
>>> Doe mee met de uitleg.
Slide 17 - Slide
Wat is het verschil tussen 'jou' en 'jouw'?
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Zelfstandig werken
Wat?
Maken les 48 opdracht 1, 2, 4, 8 en 10 op blz. 100 en 101
Hoe?
Lees uitleg op bladzij 100
Tijd?
30 minuten
Klaar?
Stillezen of huiswerk afmaken of leren voor een ander vak
Slide 28 - Slide
- nakijken les 48
- terugblik
- uitleg les 49
- zelfstandig werken
- afsluiting
Slide 29 - Slide
werk nakijken
Les 48 opdracht 1 t/m 10 nakijken
Slide 30 - Slide
Zij kamt haar haar voor de spiegel.
Het persoonlijk voornaamwoord is... /
De persoonlijke voornaamwoorden zijn...
A
Zij
B
Zij, haar
C
Zij, haar, haar
D
haar
Slide 31 - Quiz
Zij heeft aan hem verkering gevraagd.
Het persoonlijk voornaamwoord is /
de persoonlijke voornaamwoorden zijn...
A
Zij
B
Zij, aan
C
Hem
D
Zij, hem
Slide 32 - Quiz
Bezittelijk Voornaamwoord
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Wat is het bezittelijk voornaamwoord? (T1)
We hebben allemaal ons best gedaan.
A
We
B
ons
C
best
Slide 36 - Quiz
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
Zelfstandig werken
Wat?
Les 49 opdracht 1 t/m 8 maken op blz. 102 en 103
Tijd?
25 minuten. .
Klaar?
Stillezen of huiswerk maken/leren ander vak.
timer
25:00
Slide 39 - Slide
Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
Slide 40 - Open question
Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin: Dat is zijn telefoon.
Slide 41 - Open question
Welk bezittelijk voornaamwoord hoort bij 'ik' en bij 'hij'?
Slide 42 - Open question
More lessons like this
KERN 48 + 49_Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
January 2024
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
KERN 48 + 49_Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
January 2023
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Les 45 persoonlijke en bezittelijke voornaamwoord
March 2024
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
les 46 verwijswoorden
March 2024
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Les 45 persoonlijke en bezittelijke voornaamwoord
February 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
K1 les 45 (pers./bez. vnw)
March 2021
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Les 47_voorzetsels
January 2024
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Woordsoorten TOPweek
August 2020
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2