4H 2223 zoutoplossingen en onbekende ladingen

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

4H test je scheikunde kennis

oefening scheikunde @ LPM

onbekende ladingen van ionen

omgaan met zoutoplossingen

welk ion heeft hier de juiste lading?

1. O₂⁻
2. O²⁻
3. Al³⁻
4. Cl⁺

acetaat is ...

1. CHCOOH
2. CH₃COOH
3. CH₃COO⁻
4. CH₃COO⁺

De volgende formule is een zoutformule:
UO₃.
Wat is de lading van het Uraan-ion?

1. U⁺
2. U²⁺
3. U³⁺
4. U⁶⁺

Wat is de verhoudingsformule van calciumfosfaat ?

1. Ca₃(PO₄)₂
2. Ca(PO₄)₃
3. Ca₂(PO₄)₃
4. 2 Ca₃PO₄

Wat is de verhoudingsformule van calciumhydroxide?

1. CaOH​2​​
2. Ca(OH)​2​​
3. Ca​2​​OH

Wat is de verhoudingsformule van Magnesiumchloride?

1. MgCl
2. Mg₂Cl
3. MgCl₂
4. 2 MgCl₂

Wat is de formule van ijzer(III)nitraat?

1. Fe₃NO₃
2. FeNO₃
3. Fe(NO₃)₂
4. Fe(NO₃)₃

Wat is de juiste naam voor PbCl₄?

1. loodchloride
2. loodtetrachloride
3. lood(IV)chloride
4. lood(II)chloride

dubbelzout

een dubbelzout is een zout, 

waarin meer dan twee soorten ionen zitten. Bijvoorbeeld drie!

Zoals in het dubbelzout CuFeS₂

Daar zit in:  Cu²⁺, Fe²⁺ (samen 4+) en 2 x S^2-(samen 4-)

Rood kwik is een dubbelzout met formule Hg₂Sb₂O₇.
Er zit onder andere Hg(II) in.
Wat is de lading van het antimoon-ion (Sb)?

1. Sb⁺
2. Sb²⁺
3. Sb⁴⁺
4. Sb⁵⁺

Het mineraal diaboleiet heeft de
verhoudingsformule Pb₂CuCl₂(OH)₄
Koper heeft lading 2+ in dit zout.
Wat is de lading van het Lood-ion?

1. 2+
2. 4+
3. 2-
4. 4-

Tijdens het oplossen van een vast zout komen alle ionen los van elkaar in het water terecht.

In formules wordt het dan:

NaCl (s) → Na⁺ (aq) + Cl⁻(aq)

Wat is de juiste oplosvergelijking van natriumcarbonaat?

1. Na₂CO₃ → Na⁺ + 2 CO₃²⁻
2. Na₂CO₃ → Na₂⁺ + CO₃²⁻
3. Na₂CO₃ → 2 Na⁺ + CO₃²⁻
4. NaCO₃ → Na⁺ + CO₃²⁻

Wat is de juiste oplosvergelijking van ammoniumchloride?

1. NH₄Cl →NH₄⁺ + Cl⁻
2. NH₄Cl → 4 NH⁺ + Cl⁻
3. NH₄Cl →NH₄ + Cl
4. NH₄Cl → NH⁴⁺ + 4 Cl⁻

geef de juiste indampvergelijking voor een oplossing met bariumhydroxide

1. Ba²⁺ + OH⁻ → BaOH
2. Ba²⁺ + 2 OH⁻ → BaOH₂
3. Ba²⁺ + OH⁻ → Ba(OH)₂
4. Ba²⁺ + 2 OH⁻ → Ba(OH)₂

ik snap dit zoutengedoe al heel goed!

😒🙁😐🙂😃