Romanisering paragraaf 5

Romanisering
Paragraaf 5
klas 1 VWO
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Romanisering
Paragraaf 5
klas 1 VWO

Slide 1 - Slide

Programma 
Doel: Ik weet wat romanisering is. 
Doen: active uitleg
             aan de slag met opdrachten van paragraaf 5
Afsluiting: opdracht invullen

Slide 2 - Slide

Waar denk je aan bij de Romeinse cultuur

Slide 3 - Mind map

Wat Romeinen overnamen van de Grieken

Romeinen veroveren Griekenland (vanaf 200 v.C.)
Nemen bouwkunst en beeldhoudkunst over
Goden nieuwe naam Zeus = Jupiter
Olijfolie

Slide 4 - Slide

Wat de Grieken overnamen van de Romeinen
witte toga
Latijn praten en rekenen met cijfers
paardenrennen en gladiatorenspelen
keizers vereren als goden

Slide 5 - Slide

Vanuit welke cultuur is hij overgenomen?

Slide 6 - Open question

Romeinse Rijk
Legerkampen en steden
soldaten en bestuurders buiten Italië leven op Romeinse manier
Dit bracht verandering in het Rijk

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Mind map

Wat brachten de Romeinen
handelaren: aardewerk, glas, olijfolie & wijn
Romeinse munten
Romeinse tempels, badhuizen en theaters

Slide 9 - Slide

Wat denk je dat romanisering is?
A
overal in Romeins gebied Romeinse gebouwen
B
Rijke mensen proberen in veroverd gebied als Romein te leven
C
Romeinen dwingen de veroverde gebieden te leven als Romeinen

Slide 10 - Quiz

Romanisering
Toga dragen
latijns leren
Dit was niet verplicht! Eigen gewoontes en geloof houden als je maar de goden Jupiter en Roma vereerd en de keizer. 

Slide 11 - Slide

De Bataven
Leefden van de Landbouw. In Nederland.
Vereerden vuur, water, aarde en bomen


Slide 12 - Slide

Romeinse burgers
bataven meevechten in leger, had je dit lang genoeg gedaan dan werd je Romeinse burger.
Vrouwen die trouwen met Romeinse soldaat ook Romeinse burger. 
Voordeel: minder belasting, bestuurder worden en rechtzaak

Slide 13 - Slide

Aan de slag met paragraaf 5

Slide 14 - Slide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 15 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 16 - Open question