Woordenschat 1 en 2

Woordenschat 
Hoofdstuk 1 en 2
Basis-Kader leerjaar 2
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Woordenschat 
Hoofdstuk 1 en 2
Basis-Kader leerjaar 2

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 1
Woordbetekenissen vinden

Slide 2 - Slide

Als je in een tekst een onbekend woord tegenkomt, kijk dan eerst of je de betekenis uit de tekst kunt halen. 

Slide 3 - Slide

Wat is een synoniem?
A
Een zelfde woord met een andere betekenis
B
Een ander woord met dezelfde betekenis.

Slide 4 - Quiz

Als je in een tekst naar een voorbeeld zoekt, op welke woorden let je dan?

Slide 5 - Open question

Ook kun je in een tekst zoeken naar een tegenstelling om achter de betekenis van een woord te komen. Wat is een tegenstelling?

Slide 6 - Open question

Kies de juiste vorm van het woord:
Voor Yvon is Italië een ... vakantieland.
A
ideale
B
ideaal
C
ideaalste

Slide 7 - Quiz

Kies de juiste vorm van het woord:
De trainer wilde zijn pupillen geduldig ...
A
instrueren
B
instructie
C
instructueren

Slide 8 - Quiz

Kies de juiste vorm van het woord:
Als je boven op de Domtoren staat, heb je een ... uitzicht.
A
panorama
B
panoramatisch
C
panoramisch

Slide 9 - Quiz

Koppel de juiste groepsnaam aan de dieren

Slide 10 - Slide

Apen
Bijen
Meeuwen
Schapen
Vissen
Wolven
Een kolonie
Een kudde
Een roedel
Een school
Een troep
Een zwerm

Slide 11 - Drag question

Hoofdstuk 2
Figuurlijk taalgebruik

Slide 12 - Slide

In teksten kom je vaak woorden of uitdrukkingen met een figuurlijke betekenis tegen.
Wat betekent: figuurlijk taalgebruik?

Slide 13 - Open question

Als je een figuurlijke uitdrukking niet begrijpt, zoek je deze op in een woordenboek. Je zoekt dan bij het eerste zelfstandige naamwoord uit de uitdrukking. Vind je de betekenis niet, zoek dan op een ander belangrijk woord. 

Slide 14 - Slide

Op welk woord zoek je in het woordenboek als je de betekenis van deze uitdrukking wilt weten?

Daarmee is de kous af!
A
Daarmee
B
kous
C
af

Slide 15 - Quiz

Wat is de betekenis van deze uitdrukking?

Daarmee is de kous af!

Slide 16 - Open question

Op welk woord zoek je in het woordenboek als je de betekenis van deze uitdrukking wilt weten?

Ik heb vlinders in mijn buik!
A
ik
B
vlinders
C
buik

Slide 17 - Quiz

Wat is de betekenis van 'goed beslagen ten ijs komen'?

Slide 18 - Open question

Wat wordt er bedoeld met 'aan de voet van de berg'?

Slide 19 - Open question

Het antieke schilderij dat ik kreeg, kan de prullenbak in, want het ...
A
is buiten zichzelf van woede
B
is geen rooie cent waard
C
staat hierbuiten

Slide 20 - Quiz

Je vertelt mij nooit wat er aan de hand is. Waarom ... ?
A
houd je mij overal buiten
B
praat hij zijn mond voorbij
C
slaap ik er een nachtje over

Slide 21 - Quiz

Dani is heel erg kwaad. Hij ... , omdat hij zijn zin niet krijgt.
A
staat hier buiten
B
is buiten zichzelf van woede
C
is geen rooie cent waard

Slide 22 - Quiz

Voordat ik iets duurs aanschaf, ...
A
hou ik mij overal buiten
B
slaap ik er een nachtje over

Slide 23 - Quiz

Wat is de betekenis van 'onder de blote hemel slapen'?

Slide 24 - Open question

Wat is de betekenis van 'de bloemetjes buitenzetten'?

Slide 25 - Open question