This lesson contains 24 slides, with text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Handel en economie
Slide 1 - Slide
Check-in
Regels en afspraken:
- Telefoon en oortjes liggen in je kluis
- Jas hangt aan de kapstok
- Petten en mutsen in je tas of aan de kapstok
- Je boek en etui liggen op tafel
- Laptop heb je opgeladen bij je in het lokaal
- Je gaat op je eigen plaats zitten
- Kauwgom in de prullenbak
Slide 2 - Slide
Lesdoel
- Je weet wat een klant is
- Je weet hoe het in een winkel werkt en wat daarbij komt.
Slide 3 - Slide
Omgaan met klanten
Wat weet je hier nog van?
Slide 4 - Slide
Klanten en personeel? Wat zijn dit?
Slide 5 - Slide
Waarom gaan mensen naar een winkel?
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Wat doe je wanneer je een klant informeert?
Slide 8 - Slide
Wat is doorverwijzen?
Slide 9 - Slide
Wat betekent documentatie?
En hoe ziet dit eruit in een winkel?
Slide 10 - Slide
Waar moet je op letten tijdens het werken met klanten?
Slide 11 - Slide
- Je zorgt dat je er verzorgd uit ziet
- Geef de klant aandacht
- Stel de juiste vragen
Slide 12 - Slide
Drie soorten vragen die je kan stellen: - Open vraag
- Gesloten vraag
- Suggestieve vraag
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Ga zelfstandig aan de slag in je boek met opdracht 13 (blz. 33) t/m opdracht 20 (blz. 38).
Klaar?? Laat je werk nakijken door de juf.
Slide 15 - Slide
Wanneer je klaar bent met het werken in je boek, ga je verder met hoofdstuk 2 op de laptop.
www.eduhint.nl
gebruikersnaam: email school
Wachtwoord: Handel123
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Video
Wat heb je aan werkzaamheden gezien die je leuk zou vinden?
Slide 19 - Slide
Wat heb je niet gezien maar heeft wel met een winkel te maken en lijkt jou heel leuk om te doen?
Slide 20 - Slide
Maak op Word of Paint een collage met beroepen/werkzaamheden die jij leuk vindt of wat je denkt dat jij in de toekomst wil doen? Heeft dit te maken met handel en economie?
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
Wat heb je geleerd?
- Kun je benoemen wat een artikelpresentatie is.
- Kun je verschillende transportmiddelen benoemen.