What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Goethe Examen Wortschatz 2
Goethe Examen Wortschatz
Übung
wichtige Ausdrücke!
Tipps!
Teil 2
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Goethe Examen Wortschatz
Übung
wichtige Ausdrücke!
Tipps!
Teil 2
Slide 1 - Slide
Ben je het ermee eens?
Slide 2 - Open question
Ich interessiere mich
A
vor
B
an
C
für
Slide 3 - Quiz
Heb je misschien zin
Slide 4 - Open question
Zullen we zaterdag afspreken bij de bioscoop?
Slide 5 - Open question
Weet je misschien
Slide 6 - Open question
Beginnt der Anfang eines Briefes nach der Anrede mit Großbuchstabe?
A
ja
B
nein
Slide 7 - Quiz
Wie schreibt man geachte Frau Noll?
A
Geehrte Frau Noll
B
Sehr geehrter Frau Noll
C
Liebe Frau Noll
D
Sehr geehrte Frau Noll
Slide 8 - Quiz
Tot slot
A
Zum letzt
B
Zum Schluss
C
Zum conclusie
Slide 9 - Quiz
het nadeel is
Slide 10 - Open question
Tätigkeit
A
der
B
die
C
das
Slide 11 - Quiz
Er is bijvoorbeeld
Slide 12 - Open question
Ik ben van dezelfde mening als
Slide 13 - Open question
bijna iedereen
Slide 14 - Open question
Mogelijk heb ik een oplossing.
Hoe vertaal je mogelijk?
Slide 15 - Open question
Een andere voorbeeld is
Slide 16 - Open question
Helaas kon ik er niet bij zijn.
Wie übersetzt du helaas?
A
leider
B
Schade
Slide 17 - Quiz
Kunt u mij zo snel mogelijk antwoorden?
Slide 18 - Open question
Hartelijke groet
Slide 19 - Open question
Bij voorbaat veel dank.
A
Im Voraus vielen Dank.
B
Bei Voraus vielen Dank.
C
Schon mal vielen Dank.
Slide 20 - Quiz
Ik hoop op een snelle antwoord.
Slide 21 - Open question
Ich konnte nicht kommen, (omdat) mein Opa krank war.
Slide 22 - Open question
Welche Konjunktion passt im folgenden Satz?
Ich komme nicht in die Schule, ... ich krank bin.
A
denn
B
oder
C
weil
D
aber
Slide 23 - Quiz
Wiederholung:
zweiteilige Konjunktion
welche stimmt?
A
sowohl...als auch
B
nicht nur...sondern auch
C
entweder...oder
D
weder...noch
Slide 24 - Quiz
Welche Konjunktion passt im folgenden Satz?
Ich liebe Spanien, war ... noch nie in Madrid.
A
oder
B
aber
C
denn
Slide 25 - Quiz
Welche Konjunktion passt im folgenden Satz?
Ich muss leider zu Hause bleiben, ... ich habe Fieber.
A
weil
B
und
C
wenn
D
denn
Slide 26 - Quiz
Konjunktion voor: Terwijl
A
Ob
B
Indem
C
Als
D
sondern
Slide 27 - Quiz
Welche Konjunktion passt im folgenden Satz?
Ich möchte keinen Kaffee, ... einen Tee.
A
aber
B
nur
C
sondern
D
oder
Slide 28 - Quiz
More lessons like this
01.06.22 - Konjunktionen
June 2022
- Lesson with
14 slides
Duits
MBO
Studiejaar 2
Oefentoets vwo 4 P3
April 2024
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3,4
Oefentoets vwo 4 P3 S.11-14
April 2022
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Wiederholung trede 1 en 2
January 2023
- Lesson with
46 slides
Duits
Hoger onderwijs
Wiederholung Semester 1 CM
February 2021
- Lesson with
40 slides
Duits
Hoger onderwijs
Zweiteilige Konnektoren
April 2023
- Lesson with
12 slides
Übung Sprachbetrachtung 7b
December 2020
- Lesson with
27 slides
German
Secondary Education
Wiederholung Semester 1 - TRM1
February 2021
- Lesson with
34 slides
Duits
Hoger onderwijs