This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Kosten duurzame productiemiddelen
Pak je rekenmachin
(en evt. pen en papier).
Tussendoor uitleg indien nodig!!
Slide 1 - Slide
Hoe bereken je winst?
A
opbrengsten - kosten
B
opbrengsten - uitgaven
C
ontvangsten - uitgaven
D
ontvangsten - kosten
Slide 2 - Quiz
Omzet, kosten en winst bereken je altijd..
A
inclusief BTW
B
exclusief BTW
Slide 3 - Quiz
Je eigen vermogen STIJGT wanneer je..
A
privé opnamen doet
B
winst maakt
C
geld ontvangt
D
winst verdeelt (en dividend uitkeert)
Slide 4 - Quiz
Stelling: Als je in de maand januari verlies maakt, heb je aan het eind van de maand altijd minder geld (liquide middelen) op je bank + kas
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
BV Ikke koopt een machine voor € 10.000. De installatiekosten zijn € 1.000. De econ. levensduur is 9 jaar en de restwaarde is € 2.000. Bereken de afschrijvingskosten p.j. (zonder €-teken of . ).
Slide 6 - Open question
BV Ikke koopt een machine voor € 10.000. De installatiekosten zijn € 1.000. De econ. levensduur is 9 jaar en de restwaarde is € 2.000. Bereken de boekwaarde na 1 jaar (zonder € of .).
Slide 7 - Open question
Op 1 januari 2022 staan er bestelauto's op de balans met een waarde van € 20.000. De bestelauto's zijn dan exact 3 jaar oud. Er wordt afgeschreven met een afschrijvingspercentage van 20% van de aanschafprijs. Bereken de aanschafprijs (afronden op hele euro's, geen €-teken of .)
Slide 8 - Open question
Op 1 juli 2021 staan er laptops op de balans met een waarde van € 10.000. De laptops zijn op 1 januari 2018 aangeschaft. Er wordt afgeschreven met een afschrijvingspercentage van 15% van de aanschafprijs. Bereken de aanschafprijs (afronden op hele euro's, geen €-teken)
Slide 9 - Open question
BV Ikke koopt een machine voor € 10.000. De installatiekosten zijn € 1.000. De econ. levensduur is 9 jaar en de restwaarde is € 2.000. Bereken de interestkosten (3%) over het gemiddeld geïnvesteerd vermogen in € per jaar (afronden op hele euro's, geen € teken).
Slide 10 - Open question
Het OLZ koopt een printer voor € 5.000. De installatiekosten zijn € 50 De econ. levensduur is 5 jaar en de restwaarde is € 1.000 Bereken de interestkosten (2%) over het gemiddeld geïnvesteerd vermogen in € per jaar (afronden op 2 DECIMALEN, geen € teken).
Slide 11 - Open question
maak aantekeningen van de dingen die je moet onthouden!