Verhalen in de Kunst

1 / 18
next
Slide 1: Slide
KunstKunstzinnige oriëntatieBasisschoolGroep 6

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Introduction

Een kunstwerk is vaak niet wat het op het eerste gezicht lijkt. Door goed te kijken, ontdek je verborgen verhalen die in het werk schuilgaan. In de voorbereidende les bekijken de leerlingen bekende geschilderde zelfportretten. Ze ontdekken dat zelfportretten eigenlijk de "selfies" van vroeger zijn en oefenen hoe ze hun eigen karaktereigenschappen kunnen omzetten in een mimiek-schets.

Instructions

Worksheets

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Groep 6
45 min.

Slide 2 - Slide

Introduceer het thema van dit lesblok: 
Verhalen in de kunst en stel vragen. 
Waar zou dit lesblok over kunnen gaan?
Voorbereidende les:  
- Wat is een zelfportret?  
- De geschiedenis van het zelfportret.  
- De verhalen achter bekende zelfportretten.  
- Je voorbereiden op het maken van je eigen zelfportret.

Masterclass:  
Tijdens de masterclass gaan jullie een zelfportret maken met verschillende schilderstechnieken.
Introductie lesblok

Slide 3 - Slide

Bespreek met de leerlingen de inhoud van het lesblok. Vertel wat ze kunnen verwachten van de voorbereidingsles en wat er tijdens de masterclass gaat gebeuren. 
Nieuw woord:
Zelfportret
Wat is een zelfportret?

Slide 4 - Slide

Nieuw woord: Zelfportret
Bespreek dit woord

Betekenis: Een zelfportret is een tekening, schilderij of foto die je van jezelf maakt. Het is een manier om jezelf te laten zien zoals jij dat wilt, bijvoorbeeld hoe je eruitziet of wat je leuk vindt. Kunstenaars maken vaak zelfportretten om iets over zichzelf te vertellen.
De geschiedenis van het zelfportret in een notendop.  

Slide 5 - Slide

De geschiedenis van het zelfportret in een notendop.  

Leg uit dat een zelfportret misschien ouderwets klinkt, maar eigenlijk vergelijkbaar is met een selfie: het is een afbeelding van jezelf, alleen gemaakt met verf in plaats van een camera.

Vraag de leerlingen:
  • Wie maakt er weleens selfies?
  • Wat wil je laten zien met een selfie?
  • Voor wie maak je een selfie? Voor jezelf of voor anderen? Waarom?
  • Let je op de achtergrond bij een selfie? Wat laat je zien, en wat niet? Waarom?
Van zelfportret naar fotografie
Ga terug in de tijd. 
Vertel dat voor de uitvinding van fotografie (rond 1839) de mensen zichzelf al wilde  vastleggen op beeld. Alleen ging dat toen niet met een telefoon of camera: je moest een schilder of tekenaar inschakelen. Dit konden alleen rijke mensen betalen, zoals koningen, edelen of belangrijke burgers.

Zelfportretten waren extra bijzonder, omdat kunstenaars zichzelf meestal niet als rijk konden zien. Toch schilderden sommigen, zoals Rembrandt van Rijn (1606–1669) en Vincent van Gogh (1853–1890), hun eigen gezicht vaak. Ze gebruikten dit niet alleen om hun uiterlijk vast te leggen, maar ook om emoties en hun eigen persoonlijkheid te laten zien.

Rond 1839 werd de fotografie uitgevonden. Dit maakte het mogelijk om veel sneller en goedkoper een beeld van jezelf te maken. Dat was het begin van wat we nu selfies noemen!



Mini-opdracht: 
Ontdek het verhaal achter het zelfportret.

Slide 6 - Slide

  • Vertel de leerlingen dat ze gaan kijken naar 5 zelfportretten uit de schilderkunst. 
  • Deze zelfportretten kunnen geschilderd of gefotografeerd zijn. 
  • Bij elk zelfportret bespreken we samen in de klas wat we zien:

Nieuw woord:
karaktereigenschap

Slide 7 - Slide

Nieuw woord: karaktereigenschap Bespreek dit woord

Betekenis: Een karaktereigenschap is een eigenschap die bepaalt hoe iemand vaak denkt, voelt of zich gedraagt. Voorbeelden zijn vriendelijk, geduldig of eerlijk. Het helpt om te begrijpen wie iemand is en hoe ze reageren op verschillende situaties.
Nieuw woord:
Mimiek

Slide 8 - Slide

Nieuw woord: Mimiek
Bespreek dit woord.

Betekenis: Mimiek betekent hoe iemand kijkt of welke gezichtsuitdrukking iemand heeft. Bijvoorbeeld: is iemand blij, boos, verdrietig of verbaasd? Je kunt dat zien aan het gezicht van die persoon. 
Nieuw woord:
Schildertechniek

Slide 9 - Slide

Nieuw woord: Schildertechniek
Bespreek dit woord.

Betekenis: Schildertechniek betekent de manier waarop een kunstenaar zijn of haar schilderij maakt. Bijvoorbeeld:  
- Welke kwasten gebruikt de kunstenaar?  
- Welke verfsoort wordt gebruikt?  
- Hoe de verf wordt aangebracht (streken, dunne lagen, dikke lagen, etc.)?  

Kortom, het is de techniek of methode die de kunstenaar gebruikt om het kunstwerk te maken.
Kijk goed naar het kunstwerk: 

- Wat zie je op dit kunstwerk?  
- Hoe kijkt de persoon? Wat is zijn mimiek?  
- Welke karaktereigenschappen denk je dat deze persoon heeft? Waarom denk je dat?  
- Welke schilder- of fototechniek is gebruikt?  
  

Rembrandt van Rijn

Slide 10 - Slide

Beantwoord de vragen op de PowerPoint-slide.
Maak deze vragen plenair bespreekbaar met de klas.

Kijk goed naar het kunstwerk: 

- Wat zie je op dit kunstwerk?  
- Hoe kijkt de persoon? Wat is zijn mimiek?  
- Welke karaktereigenschappen denk je dat deze persoon heeft? Waarom denk je dat?  
- Welke schilder- of fototechniek is gebruikt?  
  
  

Vincent van Gogh

Slide 11 - Slide

Beantwoord de vragen op de PowerPoint-slide.
Maak deze vragen plenair bespreekbaar met de klas.
Kijk goed naar het kunstwerk: 

- Wat zie je op dit kunstwerk?  
- Hoe kijkt de persoon? Wat is zijn mimiek?  
- Welke karaktereigenschappen denk je dat deze persoon heeft? Waarom denk je dat?  
- Welke schilder- of fototechniek is gebruikt?  
  


Salvador Dali

Slide 12 - Slide

Beantwoord de vragen op de PowerPoint-slide.
Maak deze vragen plenair bespreekbaar met de klas.

Kijk goed naar het kunstwerk: 

- Wat zie je op dit kunstwerk?  
- Hoe kijkt de persoon? Wat is zijn mimiek?  
- Welke karaktereigenschappen denk je dat deze persoon heeft? Waarom denk je dat?  
- Welke schilder- of fototechniek is gebruikt?  
  


Marlene dumas

Slide 13 - Slide

Beantwoord de vragen op de PowerPoint-slide.
Maak deze vragen plenair bespreekbaar met de klas.

Kijk goed naar het kunstwerk: 

- Wat zie je op dit kunstwerk?  
- Hoe kijkt de persoon? Wat is zijn mimiek?  
- Welke karaktereigenschappen denk je dat deze persoon heeft? Waarom denk je dat?  
- Welke schilder- of fototechniek is gebruikt?  
  
 

Ernst Ludwig Kirchner

Slide 14 - Slide

Beantwoord de vragen op de PowerPoint-slide.
Maak deze vragen plenair bespreekbaar met de klas.
Mini-opdracht: 
Van karaktereigenschap naar mimiek 

Slide 15 - Slide

  • Vertel de leerlingen dat ze zo meteen een stencil krijgen met karaktereigenschappen.  
  • Vraag hen om straks op het stencil drie eigenschappen te kiezen die echt bij hen passen.  
  • Vraag hen vervolgens om bij elk van deze drie eigenschappen een zelfportretschets te maken.  
  • Stel, je kiest "dromerig" als één van je eigenschappen.  Vraag jezelf af: hoe zou jij eruitzien als een dromerig persoon?  Hoe staan je ogen, mond en neus?  Teken een schets van een dromerig gezicht en bespreek deze met een medeleerling.  Wat valt jullie op aan je mimiek en gelaatsuitdrukking als je dromerig kijkt?  
  • Probeer drie duidelijke tekeningen te maken waarin jouw drie gekozen karaktereigenschappen zichtbaar zijn.  

Nieuw woord:
Schets
Wat is een schets?

Slide 16 - Slide

Nieuw woord: Schets
Bespreek dit woord

Betekenis: Een schets is een snelle tekening waarin je de belangrijkste details weergeeft, zonder alles precies te tekenen.
Zelfportret
Schets
Schildertechniek
Mimiek
Karaktereigenschap

Slide 17 - Slide

Bespreek de nieuwe woorden nogmaals.
Wat betekenden ze ook alweer?
Vooruitblik Masterclass

Slide 18 - Slide

Vraag de leerlingen hoe ze de les hebben ervaren en wat ze hebben geleerd. Vertel kort dat ze tijdens de masterclass een zelfportret gaan maken met verschillende schildertechnieken.


Let op: Bewaar de werkbladen Van karaktereigenschap naar mimiek goed. Deze hebben de leerlingen nodig tijdens de masterclass.

Wat kunnen ze verwachten van de masterclass:  
- Introductie van de kunstenaar  
- Terugkoppeling naar de voorbereidende les  
- Uitleg van de kunstenaar over wat ze gaan doen  
- Aan de slag met de kunstenaar  
- Afsluiten van de masterclass  

Wat wordt er van de docent verwacht:  
- De docent moet te allen tijde aanwezig zijn tijdens de masterclass.  
- De docent assisteert de kunstenaar waar nodig. De kunstenaar zal dit aan het begin van de les afstemmen met de docent.  
- De docent zorgt ervoor dat de materialen die op school zijn geleverd of die van de school worden gebruikt, klaar liggen.

More lessons like this