This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Bouwstenen 01 Tekstsoorten
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
• Je kunt veelvoorkomende informatieve, betogende en instructieve teksten herkennen.
• Je kunt de bedoeling van de spreker of schrijver in je eigen woorden weergeven.
• Je kunt verschillende manieren gebruiken om efficiënt te lezen en te luisteren.
Slide 2 - Slide
Wat weet je nog?
Slide 3 - Slide
Zoek een zorggerelateerde advertentie. Welke tekstsoort is dit?
Slide 4 - Open question
Welke 4 tekstsoorten zijn er?
Slide 5 - Open question
In welke tekstsoort(en) kom je feiten tegen?
Slide 6 - Open question
Hoe noemen we een informatieve tekst met voornamelijk feiten?
A
Een betoog
B
Een instructie
C
Een uiteenzetting
D
Een beschouwing
Slide 7 - Quiz
Hoe noemen we een informatieve tekst met voornamelijk verschillende meningen?
A
Een informatieve tekst
B
Een instructie
C
Een uiteenzetting
D
Een beschouwing
Slide 8 - Quiz
Noem 4 leesstrategieën
timer
1:00
Slide 9 - Open question
Bij verkennend lezen...
A
...probeer je de tekst te begrijpen en wil je precies weten wat erin staat.
B
...probeer je een eerste indruk van de tekst te krijgen.
C
...probeer je de tekst uit je hoofd te leren.
D
...probeer je in de tekst te vinden wat je zoekt.
Slide 10 - Quiz
Intensief lezen is...........
A
alles doorlezen van begin t/m eind
B
de titels en tussenkopjes + eerste zin van een alinea lezen
C
op zoek gaan naar de informatie die je zoekt
D
bedenken of wat er in de tekst staat ook klopt
Slide 11 - Quiz
Bij welke leesstrategie bekijk ik de tussenkopjes, opvallende tekens, anders gedrukte woorden ?
A
Verkennend lezen
B
Intensief lezen
C
Globaal lezen
D
Gericht lezen
Slide 12 - Quiz
Hoe lees of luister je als je de inhoud moet onthouden voor een toets?
A
Verkennend lezen of luisteren
B
Globaal lezen of luisteren
C
Intensief lezen of luisteren
D
Gericht lezen of luisteren
Slide 13 - Quiz
Je wilt snel weten waar een tekst of bericht over gaat.
A
verkennend lezen
B
globaal lezen
C
gericht lezen
D
intensief lezen
Slide 14 - Quiz
Bij welke leesstrategie zou ik woorden die ik niet begrijp op moeten zoeken in het woordenboek?
A
Verkennend lezen
B
Intensief lezen
C
Globaal lezen
D
Gericht lezen
Slide 15 - Quiz
Wanneer lees je globaal?
A
Als je de tekst grondig doorleest.
B
Als je de titel leest, de tussenkopjes bekijkt en de eerste en laatste alinea leest.
C
Als je de tekst rustig van voor naar achteren doorleest
D
Als je bepaalde woorden opzoekt in de tekst.
Slide 16 - Quiz
Wat doe je bij globaal lezen?
A
Alleen de titel lezen en de plaatjes bekijken
B
De tekst nauwkeurig lezen
C
Je leest alleen de informatie die voor jou belangrijk is
D
De eerste en de laatste zinnen van de alinea's lezen
Slide 17 - Quiz
Bekijk het filmpje en beantwoord daarna de vragen.
Slide 18 - Slide
Wat voor een tekstsoort is dit?
A
informerende tekst
B
verhalende tekst
C
betogende tekst
D
instructieve tekst
Slide 19 - Quiz
Hoe weet je dit?
Slide 20 - Slide
Welk tekstdoel heeft het filmpje Ecosia?
A
Overtuigen
B
Amuseren
C
Instrueren
D
Informeren
Slide 21 - Quiz
Hoe weet je dit?
Slide 22 - Slide
Welke lees - of luisterstrategie gebruik ik om te weten hoe Ecosia geld verdient?
A
Verkennend
B
Globaal
C
Gericht
D
Intensief
Slide 23 - Quiz
Hoe weet je dit?
Slide 24 - Slide
Wat is van de volgende slide de tekstsoort?
Slide 25 - Slide
Tussentoets
( 30 minuten)
Log in op Taalblokken
Bouwstenen 3F
01 Tekstsoorten
maken Tussentoets
Voor het maken heb je 30 minuten.
Je mag de vergadering verlaten voor het maken van de toets, maar je bent op tijd terug ( anders afwezig)
timer
30:00
Slide 26 - Slide
De tussentoets vond ik...
Makkelijk
Ging wel
Moeilijk
Slide 27 - Poll
Volgende les wil ik meer leren over...
Slide 28 - Open question
De inzet van de docent vond ik deze les...
Kan beter
Ze heeft haar dag niet.
Ging wel
Goed
Zeer goed
Slide 29 - Poll
Mijn inzet tijdens de les was...
Kan beter
Ik heb mijn dag niet.
Ging wel
Goed
Zeer Goed
Slide 30 - Poll
De leerdoelen van vandaag heb ik behaald. • Je kunt veelvoorkomende informatieve, betogende en instructieve teksten herkennen. • Je kunt de bedoeling van de spreker of schrijver in je eigen woorden weergeven. • Je kunt verschillende manieren gebruiken om efficiënt te lezen en te luisteren.
Slide 31 - Poll
Tips die ik voor de volgende les wil meegeven aan de docent zijn....