Verschil past perfect / past simple
Met de past perfect geef je aan dat iets vóór een andere gebeurtenis in het verleden gebeurde.
- I had just turned on the laptop when she came in.
De past simple gaat over op zichzelf staande gebeurtenissen in het verleden die geen direct gevolg voor andere dingen in het heden, verleden of toekomst hebben.
- She just came in. That was it – nothing else.