H3 par. 3.4 De Revolutie begint

Memo havo 2
H3. De tijd van pruiken en revoluties
De Franse Revolutie
par. 3.4 De Revolutie begint
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Memo havo 2
H3. De tijd van pruiken en revoluties
De Franse Revolutie
par. 3.4 De Revolutie begint

Slide 1 - Slide

Herhaling 3.3
Waarom is de Trias Politica belangrijk?
A
Het voorkomt machtsmisbruik
B
Meer mensen besturen het land
C
De koning krijgt ondersteuning
D
Het zorgt voor gelijkheid

Slide 2 - Quiz

Welke zin of welke zinnen zijn juist?
1 Verlichte denkers vonden dat mensen zelf moeten bepalen wat ze geloven.
2 Verlichte denkers waren tegen tolerantie op godsdienstig gebied.
3 Volgens aanhangers van de Verlichting was alles wat er gebeurde logisch te verklaren.
4 Vóór de Verlichting geloofde bijna iedereen dat God niet meer ingreep in het leven.
A
Zin 1 en 3
B
Alleen zin 4
C
Zin 1, 3 en 4
D
Zin 2 en 3

Slide 3 - Quiz

Welke zinnen horen bij verlichte denkers?
1. Als bestuurders niet goed besturen, mag het volk ze door anderen vervangen;
2. De macht van de overheid moet verdeeld worden tussen de regering, het parlement en de rechters;
3. Een koning hoeft zijn besluiten aan niemand uit te leggen;
4. De kerk mag zich ook met het bestuur bemoeien.

A
Zin 1 en 2
B
Zin 1 en 3
C
Zin 2 en 3
D
Zin 3 en 4

Slide 4 - Quiz

Welke zinnen horen bij het ancien régime?
1. Elke staat moet een grondwet hebben, waarin staat hoe het land wordt geregeerd.
2. Vorsten hebben hun macht gekregen van God.
3. Koning en ministers hebben hun macht van het volk gekregen.
4. De wil van de koning is wet.
A
Zin 1 en 3
B
Zin 1 en 4
C
Zin 2 en 3
D
Zin 2 en 4

Slide 5 - Quiz

Leerdoelen
Hoofdvraag: Wat veranderde er in Frankrijk door de Franse Revolutie?
  • Je kunt uitleggen wat de oorzaken waren van de Franse Revolutie;
  • Je kunt uitleggen dat de Franse Revolutie een revolutionaire verandering was;
  • Je kunt uitlegggen dat de Franse Revolutie een gematigde en radicale fase had;
  • Je kent de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 6 - Slide

Oorzaken
  • Verlichte denkers hebben kritiek op het absolutisme;

  • Lodewijk XVI heeft financiële problemen;

  • De derde stand eist meer inspraak in de Staten-Generaal.

Slide 7 - Slide

Een nieuwe volksvertegenwoordiging
Lodewijk XVI wil belastingstelsel aanpassen om de grote financiële problemen op te lossen. 

Hij is een absoluut vorst, maar vanwege de ontevredenheid onder de bevolking roept hij Staten-Generaal bijeen.

5 mei 1789 bijeenkomst van Staten-Generaal. Er ontstaat ruzie over stemprocedure (per stand of hoofdelijk?).

Slide 8 - Slide

Een nieuwe volksvertegenwoordiging
  • Vergadering mislukt en de derde stand richt een eigen vergadering op: Nationale Vergadering.
  • Eed van de Kaatsbaan. Spraken af niet uit elkaar te gaan voordat Frankrijk een grondwet had.
  • Document waarin de rechten en plichten van burgers staan en hoe het bestuur is geregeld.


Slide 9 - Slide

Val van de Bastille
Begin Franse Revolutie
  • 14 juli 1789 Bestorming van de Bastille (aanleiding).
  • Opstand verspreidt zich naar het platteland (moordpartijen en plunderingen)
  • De koning erkent de Nationale Vergadering.

Slide 10 - Slide

Val van de Bastille
Nationale Vergadering schaft de voorrechten van de eerste en tweede stand af.

Verklaring van de rechten van de Mens en de Burger

Alle Fransen krijgen gelijke rechten en plichten.

Slide 11 - Slide

Val van de Bastille
1791 Grondwet klaar.
  • Koning Lodewijk XVI moest voortaan wetten uitvoeren;
  • Nationale Vergadering maakt wetten;
  • Rijke burgers krijgen stemrecht.

Einde absolute macht koning.

Slide 12 - Slide

De revolutie wordt radicaler
Veel edelen vluchten vanwege de veranderingen naar het buitenland.

1791 Lodewijk XVI probeert te vluchten naar Pruisen (mislukt).

1792 Oorlog met Pruisen en Oostenrijk.

Slide 13 - Slide

De revolutie wordt radicaler
Augustus 1792 Lodewijk XVI wordt gearresteerd en beschuldigd van landverraad.

Januari 1793 Lodewijk XVI en Marie Antoinette worden onthoofd.

Monarchie afgeschaft. Frankrijk is een republiek.

Slide 14 - Slide

De revolutie wordt radicaler
De Girondijnen waren in Nationale Vergadering in de meerderheid. Waren gematigd. Ze wilden langzaam veranderen, niet te veel macht voor de armen en werden gesteund door de bourgeoisie.

Veel Fransen waren ontevreden over het bestuur:
  • Oorlogen verliepen slecht;
  • Armen hadden geen beter bestaan;
  • Gebrek aan politieke invloed.

Slide 15 - Slide

De revolutie wordt radicaler
De Jacobijnen onder leiding van Robespierre grijpen de macht.
Dit waren radicalen. Ze wilden snel grote veranderingen en meer macht voor het gewone volk.
 
Sep 1793- aug 1794 Terreur
Duizenden mensen onthoofd.

1795-1799 Nieuw bestuur: het Directoire

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Leerdoelen
Hoofdvraag: Wat veranderde er in Frankrijk door de Franse Revolutie?
  • Je kunt uitleggen wat de oorzaken waren van de Franse Revolutie;
  • Je kunt uitleggen dat de Franse Revolutie een revolutionaire verandering was;
  • Je kunt uitlegggen dat de Franse Revolutie een gematigde en radicale fase had;
  • Je kent de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 18 - Slide

Aan de slag
Wat? Zie whiteboard.
Hoe? Alleen 
Hulp? Bij je buurman/buurvrouw. Kom je er samen niet uit? Dan bij je docent. 
Tijd? Tot het einde van de les. 
Klaar? Leer begrippen en jaartallen. Vraag docent. 

Slide 19 - Slide