week 16

Nederlands
week 15
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands
week 15

Slide 1 - Slide

Planning dinsdag
- Proefwerk Engels

Slide 2 - Slide

Planning woensdag
- Hst. 5 Schrijven

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

LEERDOELEN
Aan het eind van deze les...

  • weet je welke informatie er in een advertentie moet staan.
  • kun je herkennen wat goede en minder goede zinnen zijn om in een advertentie te gebruiken
  • kun je uitleggen wat er wel en niet goed is aan een advertentie
  • kun je zelf een goede advertentie schrijven 


Slide 9 - Slide

een advertentie schrijven

Slide 10 - Mind map

Advertentie schrijven

  • Bedenk een duidelijke titel
  • Beschrijf wat je aanbiedt 
         - Geef duidelijke en nuttige     
           informatie.
        - Gebruik positieve woorden, maar
           blijf eerlijk.
  • Noteer wat het kost
  • Hoe kan de koper met jou in contact komen?

Slide 11 - Slide

Advertentie schrijven

  • Ophalen of verzenden?

  • Controleer je advertentie
       - Duidelijk? 
       - Spelfouten? 

  • Maak je advertentie aantrekkelijk
       - Foto’s 
       - Grote letters in titel 

  • Kies een opmaak die past bij je product of bedrijf.

Slide 12 - Slide

veel gebruikte afkortingen
  • t.e.a.b. = tegen elk aannemelijk bod
  • t.k. = te koop
  • n.o.t.k. = nog overeen te komen
  • z.g.a.n. = zo goed als nieuw

Slide 13 - Slide

1
2

Slide 14 - Slide

Welke advertentie is het beste + waarom?

Slide 15 - Open question

Huiswerk
Hoofdstuk 5 Schrijven t/m opdracht 2.

Slide 16 - Slide

Planning donderdag
- Lezen en Woordenschat herhalen

Slide 17 - Slide

Afbeeldingen bij teksten

Slide 18 - Slide

Je hebt de tekst bekeken. Waarom stonden de afbeeldingen in de tekst?
A
De schrijver wil de tekst aantrekkelijker maken.
B
Ik heb geen afbeeldingen gezien
C
Die plaatjes hebben niks met het artikel te maken.
D
De schrijver wil meer informatie geven.

Slide 19 - Quiz

Wat is het doel van de tekst op de afbeelding?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 20 - Quiz

Bekijk de tekst.

Je hoeft de tekst niet helemaal te lezen.

Slide 21 - Slide

Je bent benieuwd waar de tentoonstelling over gaat. Welk stuk van de tekst lees je?

Kies het goede tussenkopje.
A
Computerspelletjes
B
Rondleidingen
C
Workshops voor scholen
D
Openingstijden en tarieven

Slide 22 - Quiz

Je wilt weten wat de entreeprijs is.

Bij welk tussenkopje kijk je?


A
Computerspelletjes
B
Rondleidingen
C
Workshops voor scholen
D
Openingstijden en tarieven

Slide 23 - Quiz

Je ziet de tekst in een tijdschrift. Je wilt onthouden hoe laat het museum op zaterdag geopend is.

Welk stukje knip je uit om te bewaren?
A
Computerspelletjes
B
Rondleidingen
C
Workshops voor scholen
D
Openingstijden en tarieven

Slide 24 - Quiz

Bij welk tussenkopje moet je kijken als jouw klas een workshop wil volgen?
A
Computerspelletjes
B
Rondleidingen
C
Workshops voor scholen
D
Openingstijden en tarieven

Slide 25 - Quiz

Evy houdt niet van buiten spelen, maar wel van binnen spelen.
Noteer het signaalwoord voor tegenstelling.

Slide 26 - Open question

Hoewel Fabian klusjes vervelend vindt, vindt hij dit klusje juist leuk.
Noteer het signaalwoord voor tegenstelling.

Slide 27 - Open question

Viv koopt meestal een klein ijsje, toch heeft ze nu een groot ijsje gekocht.
Noteer het signaalwoord voor tegenstelling.

Slide 28 - Open question

Sam slaapt graag op een harde matras, in het hotel had hij echter een zachte.
Noteer het signaalwoord voor tegenstelling.

Slide 29 - Open question

Slide 30 - Slide

Huiswerk
Controleer of je alle opdrachten van hst. 4 t/m 6 af hebt (Woordenschat en Lezen).
Na de vakantie proefwerk!

Slide 31 - Slide